Blijven zoeken naar de bron

Onze geloofsgemeenschap is al bijna 130 jaar een trots baken van vrijzinnigheid in Hardinxveld en omgeving. Tijdens huisbezoeken krijg ik vaak de vraag voorgelegd hoe lang dat nog zo zal blijven. Een moeilijke vraag. En een makkelijk antwoord is er niet.

Laatst kwam ik op de Peulenstraat langs ons kerkgebouw. En ik keek eens goed naar de beelden van Aart van Bennekum die sinds 1960 de straatkant van het pand opsieren. Wat verbindt deze kleiplastieken? Wat hebben Elia, de verloren zoon en de Samaritaanse vrouw met elkaar gemeen? En wat hebben ze ons vandaag te zeggen, nu de tijden zo anders zijn dan een halve eeuw geleden?

DSCI1035

Een van de eerste dingen die me opvallen is dat in elk van de verhalen sprake is van een bron. Elia is op de vlucht voor de wraak van koning Achab en is neergestreken bij de beek Kerit. De verloren zoon keert terug naar zijn ‘bron’, de familie waaruit hij voortkomt. En het verhaal van de Samaritaanse vrouw gaat over de Jacobsbron die voor Jezus aanleiding is om te vertellen over levend water.

Een tweede element in de drie verhalen is ‘gevoed worden’. Elia krijgt bij de beek iedere morgen en avond bezoek van raven die hem brood en vlees bezorgen. De jongste zoon uit de middelste plastiek probeert zich in leven te houden met varkensvoer, keert terug naar huis en wordt feestelijk onthaald door zijn vader. Die biedt hem niet alleen een mestkalf aan, maar ook zijn open armen die hem voeden met liefde. De Samaritaanse vrouw komt in het gesprek op het spoor van de bron van levend water en zal nooit meer dorst hebben als zij daarvan drinkt, zo belooft Jezus.

De beelden laten Bijbelfiguren zien die, al dan niet gedwongen, zelf op weg gaan om te zoeken naar een bron waaruit zij kunnen leven.

Onze geloofsgemeenschap wil al bijna 130 jaar mensen ondersteunen die ook op zoek zijn naar een begaanbare weg en een voedende bron. Op de website van Vrijzinnigen Nederland beschrijven we het zo: “We willen een plek zijn voor mensen die zoeken naar bronnen van zingeving en inspiratie en die zorg willen dragen voor elkaar. We geloven dat we elkaar in onze zoektocht kunnen helpen en stimuleren door vanuit een open houding ideeën uit te wisselen over de bron van het bestaan en onze verbinding daarmee. Wij putten uit tal van tradities, waaronder de Bijbel, en laten ons aanspreken door kunst, literatuur, muziek en de natuur.”

Je zou kunnen zeggen dat onze gemeenschap in zekere zin een vierde beeld vormt, naast de drie van Van Bennekum: de gemeenschap als pleisterplaats voor mensen die zoeken naar de bron waaruit ze willen leven. De komende jaren staan we voor de opgave om (opnieuw) na te denken over hoe we die pleisterplaats kunnen blijven bieden.

Er borrelen direct allerlei vragen in mij op. Wat is er nodig voor zo’n pleisterplaats, ook in praktisch opzicht? Zijn onze mogelijkheden te vergroten door (nog meer) samen op te trekken met bijvoorbeeld de vrijzinnige gemeenschap ‘Onze Roeping Getrouw’ in Sliedrecht? Hoe zou die samenwerking eruit kunnen zien? Hoe zien andere vrijzinnige geloofsgemeenschappen de toekomst voor zich en welke stappen zetten zij?

Het zijn vragen waar ik nog geen antwoord op heb. Maar ik vind dat we ze moeten stellen, gezien het moois waar we voor staan en de trots die we daarbij voelen. Laten we blijven zoeken naar de bron, ook naar de bron van ons kerkzijn.

Kleinst denkbare bron, onder stenen bedolven,
welt op, licht waterlint door de steppe,
waterschicht om rotsen heen de woestijn in
baant een stroomdal dwars door het onbewoonbare,
stevent af op ongenaakbare hoogten,
vaart door dode steden bruisend en muitend
drenkt de wortels van versteende platanen,
plengt oases, vloeit op velden, door tuinen,
waaiert regensluiers uit over rozen.
(Huub Oosterhuis)

Aries van Meeteren

Related posts

Comments are currently closed.

Top