Erasmus als dwarsdenker, Bijbelwetenschapper en mens

Erasmus van Rotterdam (1466/9-1535) spreekt nog altijd tot de verbeelding. Zelfs voor hen die enkel de satire ‘Lof der zotheid’ hebben gelezen, ontpopt de man zich tot een geestige, intelligente en recalcitrante denker. Maar Erasmus is veel meer dan dat.

In haar vuistdikke biografie zet Sandra Langereis de man neer als dwarsdenker, Bijbelwetenschapper en mens. Op de grens van de middeleeuwen en de moderne tijd, zag Erasmus als een van de eersten uit de lage landen dat klassieke teksten een product zijn van mensen van vlees en bloed. En die mensen kunnen dus fouten maken, doelbewust misleiden of simpelweg een kind zijn van hun tijd. Hoe dan ook moet je die fouten aanwijzen en verbeteren, meende Erasmus.

(c) Bezige Bij

Humanistische wind

Een belangrijke kiem voor die vernieuwende manier van denken is gelegd op de Latijnse school in Deventer, waar Erasmus door zijn geletterde vader naartoe was gestuurd. Op die school waaide een humanistische wind. Dankzij een vooruitstrevende rector leerden de pupillen er klassiek Latijn, in plaats van Kerklatijn, én oud-Grieks.

Lang heeft Erasmus niet in Deventer kunnen blijven. Zijn ouders stierven en zijn voogden brachten de kersverse weesjongen onder in een tehuis in Den Bosch voor aanstaande monniken van de Broeders des Gemenen Levens, geïnspireerd door Geert Grote. Op die school hing een heel andere sfeer. Alles was er sober, gericht op boetedoening, en zelf denken werd er niet gewaardeerd. Erasmus werd er kopiist.

Tussen het overschrijven van stichtelijke boeken door, probeerde Erasmus zoveel mogelijk literatuur uit de oudheid te blijven lezen, ook nadat hij, na de Bossche school, terechtkwam in een klooster vlakbij Gouda. Dat lezen deed hij deels ’s nachts, gehuld in een deken bij het spaarzame licht van een kaars. Daarnaast schreef hij en correspondeerde hij met anderen.

Hans Holbein de Jongere, Desiderius Erasmus

Na enkele jaren gaf Erasmus de brui aan het kloosterleven en werd het meer en meer zijn ambitie om zich helemaal op het schrijven te richten. Hij had daarbij het geluk dat de bisschop van Kamerik een secretaris zocht. De bisschop was lid van een vooraanstaande familie in Bergen op Zoom, die veel invloed had aan het hof van de Bourgondiërs. Erasmus ging akkoord met de betrekking, op voorwaarde dat hij theologie zou mogen gaan studeren, op kosten van de bisschop.

Na een min of meer teleurstellende tijd aan de universiteit van Parijs, waar het er nogal ouderwets en weinig intellectueel aan toe ging, probeerde Erasmus te leven van de publicatie van zijn werk. Hij bezorgde vooral talrijke herziene teksten van klassieke auteurs, zoals Terentius en Seneca. Ook de brieven van zijn intellectuele held Hieronymus, de vertaler vanuit het Grieks naar het Latijn, heeft Erasmus gezuiverd van ingeslopen kopieerfouten en van wat valselijk aan hem was toegeschreven. Hij was in feite meer literair geïnteresseerd dan theologisch.

Mensenwerk

Maar zijn meesterwerk is de Bijbel zelf. Aangezien vertalen mensenwerk is, waren ook in de Bijbel fouten gekropen, zag Erasmus. Erasmus wilde daarom de enig erkende Bijbel in de Middeleeuwen, de Latijnse Vulgaat van Hieronymus, herzien. Dat deed hij door eerst het oorspronkelijke Grieks waarin het Nieuwe Testament was geschreven op te schonen. Nadat hij er alle kopieerfouten had uitgehaald, vertaalde hij de gecorrigeerde Griekse tekst in het Latijn. Tot ongenoegen van de kerk, die Gods woord als eeuwig en onaantastbaar zag.

Erasmus’ versie van het Nieuwe Testament mocht dan in de kerk geen ingang vinden, Luther gebruikte zijn gereviseerde Griekse tekst wel voor het maken van zijn vertaling in het Duits. Dus zonder Erasmus was er geen Lutherbijbel!

Erasmus’ versie van het Nieuwe Testament

De biografie van Langereis besteedt niet alleen aandacht aan Erasmus’ intellectuele prestaties. We lezen ook over diens lichamelijke kwalen (hij was van jongs af aan zwak), zijn voortdurende geldgebrek en zijn kleine kantjes. Langereis beschrijft levendig hoe Erasmus te paard van stad naar stad reist, hoe hij vlucht voor pestuitbraken en hoe zijn vriendschappen zich ontwikkelen.

Met name de vriendschap en de geborgenheid bij het gezin van Thomas More, de schrijver van Utopia (Nergensland) en de latere kanselier van Hendrik VIII, moet in zijn leven gevoeld hebben als een oase van rust. Op weg naar deze Thomas More kreeg Erasmus zijn eerste ingevingen voor zijn meest bekende werk ‘Lof der Zotheid’. Hij verbond de naam More en het Griekse woord moria (dwaasheid) met elkaar. Tegen zijn vriend zei hij dat het begrip moria en de naam More mijlenver uit elkaar lagen, omdat die vriend in alles het tegendeel was van de dwaasheid, maar misschien was deze Lof der Zotheid juist daarom wel gepast…

Langereis schetst ook de enorme tegenstand die Erasmus kreeg: eerst van theologen van de oude stempel en inquisiteurs, later met name van Luther en diens aanhangers. Luther was nogal een betweter en verdroeg het niet wanneer anderen zich niet voegden naar zijn heilig gelijk. Voor hem waren mensen geboren zondaren: ze konden niet anders dan zondigen. Erasmus kende de mensen juist een vrije wil toe. Dat botste. Luther vond dat Erasmus erger was dan de eerste de beste klassieke heidense auteur.

Beeld van Erasmus bij de Laurenskerk in Rotterdam

Tijdgeest

De biografe heeft echter niet enkel een tamelijk uitgebreide biografie over Erasmus geschreven, maar ook een tijdgeest geschetst. Uiteraard schetst ze de turbulente politieke en religieuze achtergrond van eind veertiende en begin vijftiende eeuw, maar ook geeft ze een mooi beeld van het toenmalige onderwijs, het kloosterleven en de boekdrukkunst.

Langereis verdient enorm veel respect voor dit boek waarin alles steeds is gebaseerd op historische bronnen die ze dan ook consequent vermeldt in het ‘literatuurdossier’. De vertalingen uit Erasmus’ brieven en boeken zijn bovendien van haar hand – het oorspronkelijke Latijn heeft ze opgenomen in de noten. Ze neemt ook stelling in: niet 1466 maar 1469 is de zeer waarschijnlijke geboortedatum van Erasmus. Het boek is niet zwaar op de hand en is een genot om te lezen. Terecht nu al een klassieker.

Dit is een samenvatting van de lezing die Zandrie Albada op 5 mei jl. hield op de leeskring n.a.v. het boek Erasmus. Dwarsdenker. Een biografie van Sandra Langereis (Bezige Bij 2021) 784 p.

Related posts

Comments are currently closed.

Top