Evangelie zonder God – kan dat?

Wat heeft Jezus ons nog te zeggen als je hem ontdoet van al het bovennatuurlijke dat de evangelisten hem toedichten? De Britse filosoof en schrijver Julian Baggini (1968) probeert in zijn boek ‘The godless gospel’ (2020) een antwoord te formuleren op die vraag. De titel van de vertaling is weliswaar minder fraai allitererend, nl. ‘Een evangelie zonder God’, maar geeft evengoed te denken. Want hoe pakt zo’n gestripte ‘goede boodschap’ uit?

De atheïst Baggini gaat er vanuit dat het goede ook bestaat zonder hogere bron, net als het schone en het ware. Maar mensen kiezen niet altijd vanzelf voor het goede. Ze moeten zich eerst ‘bekeren’, zo leest de schrijver in Jezus’ woorden. Ze moeten zich zuiveren van egoïstische gedachten en zich erop toeleggen om een goed mens te zijn. Niet omdat het moet van God, maar omdat ze het zelf willen. En daar is geen God voor nodig, meent Baggini.

Knippen en plakken in de Bijbel

Het aardige is dat de Brit zijn stelling onderbouwt met een eigenhandig samengesteld ‘evangelie zonder God’, dat het tweede deel van zijn boek beslaat. Hij is met een vlooienkam door de vier Bijbelse evangeliën gegaan en schrapte alle ‘religieuze elementen’, zoals wonderen, genezingen, beweringen dat profetieën in vervulling zijn gegaan en verwijzingen naar bidden (zoals het Onzevader en de smeekbede van Jezus in Getsemane). De resterende teksten schoof hij in elkaar, wat resulteert in een evangelie vol morele lessen van Jezus, omlijst met enkele historische aanknopingspunten zoals zijn geboorte, reisbewegingen en dood.

Traditie

Nu is wat Baggini heeft gedaan niet uniek. Hij staat in een lange traditie van knippen en plakken in de Bijbel. Bisschopszoon Marcion van Sinope (85-160) stelde al in het begin van de tweede eeuw zijn eigen evangelie samen door flink te snoeien in het Lucasevangelie. De andere evangeliën serveerde hij af, omdat die naar zijn smaak te joods waren en Jezus volgens hem juist een andere god predikte dan die van het Oude Testament. Tatianus (ca. 150-200) voegde in zijn diatessaron alle evangeliën samen tot één doorlopend verhaal, wat tot in de vijfde eeuw in Syrië het enige geaccepteerde evangelie was.

Maar het meest lijkt Baggini’s onderneming op de zogeheten Jefferson Bijbel, waarin de Amerikaanse president Thomas Jefferson (1743-1826) de vier evangeliën van het Nieuwe Testament terugbracht tot een ethische leer. Hij sneed met een scheermes weg wat hij zag als ‘bijgeloof en onzin’. Wel liet Jefferson vermeldingen van duivels en engelen staan, net als oproepen om God te vrezen, omdat hij in Jezus ook een kind van zijn tijd zag. Baggini gaat in vergelijking met zijn Amerikaanse voorganger rücksichtsloser te werk. Zijn ‘Evangelie zonder God’ is dan ook wat minder dik dan de Jefferson Bijbel.

Jefferson Bijbel, Close-up van de typische binding (Wikipedia)

Snoeidrift

Naar mijn smaak gaat Baggini hier en daar iets te ver in zijn snoeidrift en houdt hij een onbegrijpelijke tekst over. Een kleine vergelijking met de Jefferson Bijbel kan dat duidelijk maken:

Jefferson BijbelBaggini
En er waren ook twee andere, boosdoeners, die met hem werden meegevoerd om ter dood gebracht te worden. […] Toen zei Jezus, Vader vergeef hen; want zij weten niet wat zij doen.’
[…]
En rond het negende uur, schreeuwde Jezus met een luide stem, Eli, Eli, lema sabachtani? dat wil zeggen, Mijn God, mijn God, waarom hebt u mij verlaten? Sommigen van hen die daar stonden, zeiden, toen zij dat hoorden, Deze man roept om Elia.
Er waren twee dieven samen met hem gekruisigd, een aan zijn rechter- en een aan zijn linkerzijde. En Jezus zei: ‘Vergeef het hun, want zij weten niet wat ze doen.’
[…]
Omstreeks het negende uur riep Jezus met luide stem. Sommigen van hen die daar stonden, zeiden toen zij dit hoorden: ‘Hij roept Elia.’

Wie de teksten naast elkaar legt, ziet dat het bij Baggini een raadsel is geworden aan wie Jezus om vergeving vraagt, doordat de aanhef ‘Vader’ ontbreekt. Evenmin is duidelijk voor wie Jezus bidt (alleen voor de dieven naast hem?), maar dat ligt aan de manier waarop Baggini Lucas 23,34 weergeeft. Ernstiger is het schrappen van de bekende uitroep ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt u mij verlaten’. Daardoor slaat de reactie van de omstanders nergens meer op (hoezo hoorden ze Jezus om ‘Elia’ roepen?).

Lessen

Het eerste deel van Baggini’s boek bestaat uit een min of meer systematisch overzicht van de morele lessen die hij uit zijn eigenhandig samengestelde evangelietekst heeft gedestilleerd. Bij hem roept Jezus op om te streven naar het goede voor zoveel mogelijk mensen. Daarin toont Jezus zich een veeleisende leraar. Zo vraagt hij dat we niet teveel hechten aan spullen die alleen maar onze aandacht opslokken en afleiden van onze gerichtheid op het goede. Verder is het nodig om nederig te worden en onze fouten te erkennen. Zo’n bekering zou ons minder veroordelend en meer vergevingsgezind moeten maken.

Foto: Pixabay

En in dit alles zouden we ook steeds ambitieuzer moeten worden. Baggini trekt een vergelijking met sporters of kunstenaars die ook steeds de lat hoger leggen en zichzelf telkens willen overtreffen. Waarom zouden we dat ook niet op het morele vlak doen, vraagt Baggini zich af. Niet voor niets zegt Jezus in de Bergrede: ‘Wees daarom volmaakt’ (uiteraard laat de auteur het vervolg weg: ‘zoals uw vader in de hemel volmaakt is’). Steeds als we misstanden zien, zouden we in actie moeten willen komen. Daar is zoals gezegd geen God voor nodig. We hebben het in ons om onszelf te veranderen, stukje bij beetje, als we maar blijven proberen. Dat is Baggini’s ‘goede boodschap’.

Ieder zijn eigen Jezus

Albert Schweitzer toonde in 1906 al aan dat iedereen onwillekeurig zijn eigen Jezus schept. Een liberaal herkent in de evangeliën vooral een liberale Jezus, een socialist een meer socialistische Jezus, een verlichtingsdenker een verlichte Jezus, een esotericus een esoterische Jezus enzovoort. Het verbaast daarom niet dat de atheïstische Baggini met een Jezus zonder God op de proppen komt. Wie de evangeliën ontdoet van (praktisch) alle verwijzingen naar God houdt onvermijdelijk een seculiere leer over. Jezus is daarmee voor Baggini ongetwijfeld herkenbaarder geworden.

Er is me nog wel iets opgevallen. De Britse filosoof schrijft dat hij streng-christelijk is opgevoed en daaraan heeft hij naar eigen zeggen een zeker besef van het menselijk tekort overgehouden. Niet toevallig ziet hij de essentie van Jezus’ morele leer in het streven naar volmaaktheid, gecombineerd met de erkenning dat dit tot mislukken is gedoemd. Dat zou ons bescheiden moeten maken en milder voor anderen. Meer vergevingsgezind ook. Schemert daar iets van een seculier ‘zondebesef’ én hoop op genade en vergeving in door?

Conclusie

Baggini’s buitengewoon leesbare exercitie heeft me zeker geboeid. Het is best spannend om te zien wat er van Jezus overblijft als je God uit het verhaal knipt. Maar was Jezus werkelijk alleen een strenge moraalfilosoof die hoofdzakelijk hamerde op een deugdzaam leven? En waar haalde de timmermanszoon uit Galilea het eigenlijk allemaal vandaan? Wat dreef hem? Dat blijft een raadsel in ‘The godless gospel’.

De Bijbelse evangelieschrijvers hebben geprobeerd om op die laatste vraag een antwoord te geven, juist door Jezus wél te verbinden met God. Ook hun poging was verre van neutraal. Maar hoe tijdgebonden ook, de evangelisten tastten wel naar iets wat Jezus aanvuurde en wat ook ons zou kunnen inspireren. Is het geloof? Vertrouwen? Liefde? Woorden die opvallend genoeg nauwelijks klinken in Baggini’s evangelie en die ik tijdens het lezen steeds meer begon te missen. Maar dat zegt weer meer over ‘mijn’ Jezus.

Aries van Meeteren

Julian Baggini, Een evangelie zonder god. Wat heeft Jezus ons nog te zeggen? Uitgeverij Nieuw Amsterdam (2020)

Tags: , , , , ,

Related posts

Comments are currently closed.

Top