God is groter – het testament van Spinoza

De Belgische filosoof Karel D’huyvetters raakte na zijn pensionering in de ban van Spinoza, de zeventiende-eeuwse joodse denker die geen traditionele gelovige wilde zijn, maar evenmin een atheïst. D’huyvetters zette zich aan het vertalen van de belangrijkste werken van Spinoza en geeft ze in eigen beheer uit. Een aantal ervan is online te lezen (http://spinoza-in-vlaanderen.weebly.com/).

Nu is Spinoza al vaak vertaald. De leesbaarheid van de uitgaven wisselt nogal. Met name oudere vertalingen kunnen beginners die de filosoof willen doorgronden behoorlijk afschrikken. Gelukkig slaagt D’huyvetters erin om de ideeën van Spinoza fris weer te geven. Zijn uitleg bij de teksten is bovendien steeds buitengewoon verhelderend.

En nu komt D’huyvetters met ‘Het testament van Spinoza’ – dit keer geen vertaling van een filosofisch traktaat, maar een door de Belgische Spinozakenner zelf geschreven manifest, uit naam van Spinoza. Over God en ethiek. Het is een heel beknopt boekje van niet meer dan 33 bladzijden. Wie er eens goed voor gaat zitten, kan het binnen een uur uit hebben.

Den Haag, oktober 1676. Mijn naam is Bento, Bento de Spinoza. Mijn Hebreeuwse naam is Baruch, ‘gezegende’. Bento is Portugees voor Benedictus, en dat is Latijn voor Baruch. Ik ben geboren in Amsterdam in 1632, en ik woon nu in Den Haag. Ik houd me bezig met wetenschap en filosofie.

Bovenstaande woorden vormen het begin van een reis langs de belangrijkste stellingen van Spinoza. De wijsgeer, wiskundige, politiek denker en lenzenslijper voelt zijn einde naderen. Hij lijdt al twintig jaar aan tuberculose en de ziekte breekt hem steeds meer op (hij zou uiteindelijk overlijden op 21 februari 1677). D’huyvetters laat, als in een echt testament, Spinoza zijn vrienden opdragen om zijn manuscripten te verzorgen die nog moeten worden uitgegeven.

Maar al na een bladzijde neemt het testament een andere wending. “Deze tekst [is] niet echt een testament, maar een poging om mijn gedachten over de belangrijkste zaken in het leven in kort bestek te verwoorden op een eenvoudige manier, zonder veel omhaal van woorden, bewijzen of argumenten.” En daarmee is ‘God is groter’ een beknopte en vooral heel leesbare inleiding in het werk van Spinoza.

Universum

De filosoof begint met vast te stellen dat er ‘iets’ is en niet ‘niets’. “Dat is een stevig vertrekpunt”, vindt Spinoza (lees: D’huyvetters), want als er iets bestaat, dan moet er altijd iets zijn geweest. Immers, iets kan niet uit niets voortkomen. Wie zegt dat God alles uit het niets heeft geschapen, verlegt het probleem alleen maar, zegt Spinoza, want kennelijk was God er op dat moment al.

En daarmee zijn we bij het hoofdonderwerp van het traktaatje: God. Wie of wat is dat? Voor Spinoza is God een ander woord voor het oneindige universum vol atomen en golven. De filosoof noemt dat in zijn ‘testament’ eerherstel voor God. “Ik wil het idee van God ontdoen van al die menselijke trekjes die de godsdiensten eraan toegevoegd hebben. Daarmee wordt God niet minder God, maar juist meer. God is groter.”

Als God inderdaad gelijk is aan het universum, dan heeft dat grote gevolgen voor hoe we tegen onszelf en de wereld aankijken. Want wij maken deel uit van dat universum, net als de rest van de natuur. We bestaan allemaal uit dezelfde elementaire deeltjes die je overal in het heelal aantreft. En dus maken we deel uit van God.

Natuurwetten

Voor Spinoza volgt daar iets belangrijks uit. Omdat wij mensen uit dezelfde deeltjes bestaan als de rest van de kosmos, zijn wij aan dezelfde natuurwetten onderworpen die in het universum de boel bijeenhouden. We zijn dus eigenlijk niet helemaal vrij, ook al hebben we soms wel die illusie. We worden gedreven door wetten en oorzaken die we zelf niet kennen. Dat maakt, zo benadrukt Spinoza, dat ons denken beperkt is.

Maar de filosoof komt met een uitweg: we kunnen dankzij onze rede de natuurwetten doorgronden waaraan het universum en wijzelf blootstaan. Dat geeft inzicht in onszelf en het universum. Uiteindelijk kunnen we zo tot ware kennis komen van God of het universum zelf. Dat is geen rationele kennis, maar een soort spontaan weten dat we opdoen als we accepteren dat we deel uit maken van het universum. Intuïtieve kennis noemt Spinoza dat.

Die kennis kan ons uiteindelijk doen inzien dat we weliswaar, zoals alles in de natuur, steeds streven naar zelfbehoud. Maar dat ons dit alleen maar lukt als we samen optrekken met andere mensen die evenzeer het beste voor zichzelf zoeken. In ons eentje komen we niet ver. En zo eindigt Spinoza na een verhandeling over God uiteindelijk met ethiek, met het goede leven, dat volgens de wijsgeer vooral een rustig en stabiel leven is.

De weg die daartoe leidt, is lang en moeilijk, maar het is voor ons niet onmogelijk tot die intuïtieve kennis en die gemoedsrust te komen. Elke stap die we in de goede richting zetten, draagt bij tot het uiteindelijke resultaat, en dat is voor iedereen anders, omdat we allen anders zijn.

Een mooi besluit van een buitengewoon interessant ‘testament’ dat ons in uiterst kort bestek invoert in het gedachtegoed van Spinoza – ideeën die direct na diens dood door de Staten van Holland zijn weggezet als ‘profaan, atheïstisch en godslasterlijk’. Maar dat heeft de verspreiding ervan niet tegen kunnen houden.

God is groter

Na de lezing van ‘God is groter’ bleef ik nog wel met een vraag zitten. D’huyvetters schrijft terecht dat Spinoza God heeft willen bevrijden van menselijke trekken. God is volgens hem geen persoon, geen Hij of Zij, maar een Het (nl. het universum). Want we maken in zijn ogen God te klein door Hem (?) op ons te laten lijken. God is groter.

Maar doet D’huyvetters niet hetzelfde door God gelijk te maken aan de materiële werkelijkheid van het universum en de natuurwetten waaraan die onderhevig is? Alsof we God kennen als we alle elementaire deeltjes en natuurwetten in formules hebben ondergebracht. Is God niet groter?

Ik vermoed dat het misverstand voortkomt uit de opzet van het ‘testament’. D’huyvetters wil zijn uiteenzetting nadrukkelijk eenvoudig houden. Daardoor gaan nuances verloren die we wel degelijk aantreffen in Spinoza’s hoofdwerk, de Ethica. Zoals het subtiele verschil dat Spinoza aanbrengt tussen alles wat bestaat (lees: het universum) en God. De dingen kunnen volgens hem niet zonder God, God wel zonder de dingen. God is de ultieme grond van alles. Zoals D’huyvetters zelf vertaalt in de appendix van het eerste deel van de Ethica:

Daarmee heb ik [Spinoza] Gods natuur en de eigenschappen daarvan uitgelegd, namelijk dat hij noodzakelijk bestaat, dat hij uniek is, dat hij alleenlijk vanuit de noodzakelijkheid van zijn natuur bestaat en handelt, dat hij de vrije oorzaak is van alles en op welke wijze; dat alles in God is en zodanig van hem afhankelijk is dat niets zonder hem kan zijn of denkbaar is en ten slotte dat alles door God vooraf bepaald is, maar niet vanuit de vrijheid van een wil, of een absoluut goedvinden, maar vanuit de absolute natuur Gods, of zijn onbeperkte macht.

Voor wie dit soort subtiliteiten te ver gaan, is ‘God is groter’ een uiterst leesbare en snelle manier om zelf kennis te maken met het gedachtegoed van Spinoza. Wie het ‘testament’ wil kopen, kan het bestellen via: uitgeverij@coriarius.be (kosten 9 euro exclusief verzendkosten)

Aries van Meeteren

Tags:

Related posts

Comments are currently closed.

Top