Kerstviering voor thuis – ‘Licht in het donker’

Net als vorig jaar is de kerstviering van de Kerk met de Beelden alleen online te volgen. Op het donkerste moment van het jaar moeten we opnieuw de deuren gesloten houden. Ds. Aries van Meeteren gaat op zoek naar licht in het donker. Kijk of luister hier naar de viering of lees de tekst direct onder de player.

Van harte welkom bij de kerstviering van de Kerk met de beelden. Opnieuw is de kerk leeg met kerst. Weer zijn we in lockdown. Net als vorig jaar vieren we kerst niet met elkaar. De dienst was al verplaatst van de kerstnacht naar de kerstochtend. Maar de nieuwe variant van het coronavirus haalde ons in.

Omikron… de letter die we ons nog lang zullen heugen. Het is de eerste letter van het Griekse woord voor huis, de plek waar we de komende weken noodgedwongen veel zullen zijn. Omdat alles dicht is. Ook de kerk.

En toch wil ik juist het kerstverhaal laten klinken in deze donkere tijden. Het vertrouwde verhaal uit Lucas 2. Over de nacht, het licht dat doorbreekt en het kind in de voederbak.

Graag wil ik om te beginnen het licht aansteken als teken van verbondenheid met elkaar, met de wereld en met de Eeuwige die ons wil bijlichten op onze weg.

Weer klinkt het eeuwenoud bericht
dat duisternis uiteindelijk zwicht
voor wie zijn hart en ogen richt
op de geboorte van het Licht.

Nog werkt het in de mensen door,
dat lied door herders ooit gehoord:
Gods vrede dat als mensenkind
zich heilzaam onder ons bevindt.

Reinier Kleier, DV. Liederen in gewone taal, nr. 135
Anja Breedijk speelt: Symfonie uit het Weihnachts Oratorium van J.S.Bach

Lieve mensen,

Heeft u ‘m thuis ook weer opstaan? The Christmas Station, of wel Sky Radio? Voor de betere kerstsfeer? Ik las dat de top 100 van meest populaire kerstliedjes dit jaar wordt aangevoerd door het onvermijdelijke Last Christmas van Wham. Terwijl jarenlang juist Mariah Carey op 1 stond, met All I want for Christmas is you. Maar dat nummer staat op de tweede plek, gevolgd door Driving home for Christmas van Chris Rea.

Tja, wat u er verder ook van vindt, ze horen er wel een beetje bij, die kerst-hits. Maar, zo vroeg ik me af, wat is eigenlijk uw favoriete reli-kerstlied? Komt allen tezamen? Stille Nacht? Gloria in Excelsis Deo?

Afbeelding: Pixabay

Als kind was mijn favoriet ‘Midden in de winternacht’. Waarom eigenlijk? Dat kwam natuurlijk door de laatste paar regels van het lied: “Laat de citers slaan, blaast uw fluiten aan, laat de bel, laat de trom, laat de beltrom horen.” Op school mochten we dan met alle denkbare slagwerk kabaal maken: tamboerijnen, sambaballen, belletjes, ratels, wat niet al. Ge.wel.dig!

Later kwam ik een beetje terug op die keuze voor ‘Middenin de winternacht’. Want is het niet eigenlijk een heel raar lied? Hoezo is Jezus geboren midden in een winternacht? Dat staat toch nergens? De herders zijn nota bene met hun kudde buiten, dus echt koud kan het niet zijn geweest. Hoezo lag er sneeuw en ijs?

Afbeelding: Pixabay

En toch… Toch is het lied opgenomen in het nog te verschijnen Europees Liederenboek, als Nederlandse inzending in de categorie ‘geloof’. Wat maakt dat lied nou zo populair? Toch niet dat getrommel alleen? Misschien is het wel omdat er bij nader inzien iets moois zit in de tegenstelling tussen die winterse nacht en de open hemel. Tussen ‘sneeuw en ijs’ en al die bloeiende bomen. Een vingerwijzing.

Anja Breedijk speelt: Midden in de winternacht, Lied 486

Ik lees het kerstevangelie uit Lucas 2 , vers 1 t/m 19s 1 tot en met 19

In die tijd kondigde keizer Augustus een decreet af dat alle inwoners van het rijk zich moesten laten inschrijven. Deze eerste volkstelling vond plaats tijdens het bewind van Quirinius over Syrië. Iedereen ging op weg om zich te laten inschrijven, ieder naar de plaats waar hij vandaan kwam. Ook Jozef ging op weg om zich te laten inschrijven. Samen met Maria, zijn aanstaande vrouw, die zwanger was, reisde hij van de stad Nazaret in Galilea naar Judea, naar de stad van David die Betlehem heet, aangezien hij van David afstamde. Terwijl ze daar waren, brak de dag van haar bevalling aan, en ze bracht een zoon ter wereld, haar eerstgeborene. Ze wikkelde Hem in doeken en legde Hem in een voederbak, omdat er voor hen geen plaats was in het gastenverblijf. Niet ver daarvandaan brachten herders de nacht door in het veld, ze hielden de wacht bij hun kudde. Opeens stond er een engel van de Heer bij hen en werden ze omgeven door de stralende luister van de Heer, zodat ze hevig schrokken. De engel zei tegen hen: ‘Wees niet bang, want ik kom jullie goed nieuws brengen dat grote vreugde betekent voor heel het volk: vandaag is in de stad van David jullie redder geboren. Hij is de messias, de Heer. Dit zal voor jullie het teken zijn: jullie zullen een pasgeboren kind vinden dat in doeken gewikkeld in een voederbak ligt.’ En plotseling voegde zich bij de engel een groot hemels leger dat God prees met de woorden: ‘Eer aan God in de hoogste hemel en vrede op aarde voor de mensen die Hij liefheeft.’ Toen de engelen waren teruggegaan naar de hemel, zeiden de herders tegen elkaar: ‘Laten we naar Betlehem gaan om met eigen ogen te zien wat er gebeurd is en wat de Heer ons bekend heeft gemaakt.’ Ze gingen meteen op weg, en troffen Maria aan en Jozef en het kind dat in de voederbak lag. Toen ze het zagen, vertelden ze wat hun over het kind was gezegd. Allen die het hoorden stonden verbaasd over wat de herders tegen hen zeiden, maar Maria bewaarde al deze woorden in haar hart en bleef erover nadenken.

NBV21
Anja Breedijk speelt: Stille nacht in bewerkingen van Willem Vogel en Jan van Laar
Afbeelding: Pixabay

Lieve mensen,

Stel, u volgt een schildercursus. En u krijgt de vraag om het kerstverhaal te schilderen. Wat zou u dan vastleggen? Welk beeld zou u eruit lichten? Ik denk dat de kerststal een goede kans zou maken. Ja toch? Met Maria, Jozef, het kind in de kribbe, de os en de ezel, en misschien nog wel de herders erbij. Of zelfs de wijzen uit het oosten, hoewel die eigenlijk in een ander verhaal thuishoren.

En inderdaad, de stal is misschien wel het meest bekende beeld uit het kerstverhaal dat we vanochtend hebben gelezen. Alles en iedereen rond het stralende middelpunt: het kleine, weerloze kind in de kribbe.

Aanbidding door de herders (Gerard van Honthorst)

Maar wat zou Lucas er eigenlijk van maken, als hij zijn eigen verhaal zou moeten schilderen? Zou hij ook voor de stal gaan? Ik denk het niet. Als we kijken naar welk tafereel de meeste aandacht krijgt in zijn verhaal, zou Lucas wel eens kunnen gaan voor de herders in het veld, net op het moment dat de hemel opengaat, midden in de nacht – misschien wel midden in de winternacht. Net op het moment dat de herders in het volle licht staan en zij de vrede krijgen toegezongen.

Waarom legt Lucas daar zoveel nadruk op? Op het moment dat het duister wijkt? Ik denk dat hij zijn lezers of toehoorders wil vertroosten. Want het is nogal donker in zijn tijd. Denk aan het duister van de Romeinse bezetting. Het donker van de torenhoge belastingen waarmee de Romeinen nieuwe oorlogen willen betalen. Het is díe duisternis die even plaats maakt voor een onwaarschijnlijk licht.

Carel Fabritius, De verkondiging aan de herders (ca. 1640)

Vertroosting dus. Dat is iets anders dan troost, zegt de Canadese schrijver en historicus Michael Ignatieff. Hij heeft onlangs een schitterend boek uitgebracht over troost als ‘licht in donkere tijden’. Troosten (‘to comfort’), zegt hij, is wat je doet door iemand nabij te zijn. Woordeloos. En bij groot verdriet schieten woorden ook tekort. We kunnen het dan niet beter maken voor hen die lijden. We kunnen dan alleen maar bij hen gaan zitten.

Vertroosting (‘consolation’) gaat juist met woorden. Woorden die proberen verlichting te brengen in sombere tijden. En in zijn boek laat Ignatieff mensen uit het verleden aan het woord die op moeilijke momenten in hun leven troost vonden in kunst, filosofie en religie. Denk aan Marcus Aurelius, Dante, De Montaigne, Marx, maar ook Paulus.

Zij schreven over wat ze doormaakten en wat hen hielp. Aan hun woorden kunnen ook wij ons nog optrekken, zegt Ignatieff. Zij kunnen ons laten voelen dat we niet alleen zijn in onze eigen donkere tijd. En soms wakkeren ze de hoop aan dat het weer anders kan worden. Dat andere tijden kunnen aanbreken. En zo brengen ze vertroosting.

Copyright: Uitgeverij Cossee

Middenin in de Tweede Wereldoorlog, in 1943, zoekt een andere historicus naar woorden van vertroosting. Het is Harry Prenen, een goede vriend van Godfried Bomans. Te midden van aanhoudende razzia’s, de instelling van de Arbeitseinsatz en het politiestandrecht – wat inhoudt dat iedereen voor 8 uur ’s avonds binnen moet zijn – dicht hij het lied ‘Midden in de Winternacht’.

Prenen schrijft het op de wijs van een oud Catalaans lied over de terugkeer van de lente, El Desembre Congelat. In vrije vertaling luidt dat lied:

“December, bevroren en verward, trekt zich terug. En April komt eraan, met bloemen gekroond, door iedereen bewonderd. Dan wordt in een tuin vol liefde een goddelijke bloem geboren van een roos, zo charmant, vruchtbaar en jeugdig.”

Diezelfde blijde verwachting van de komst van het voorjaar als in het Catalaanse lied, herkent Prenen in het kerstverhaal. Het is de hoop op licht in donkere tijden. En die hoop is niet helemaal zonder grond. In 1943 veroveren de geallieerden al delen van Zuid-Italië en winnen de Russen terrein op de Duitse legers. Maar of de bevrijding doorzet? Dat valt in het duister van 1943 nog niet echt te zeggen.

Harry Prenen zoekt naar vertroosting. Naar woorden van hoop en hij vindt die in het kerstverhaal en andere Bijbelse beelden. Hij schildert een schitterend licht aan de hemel, dieren die samen spelen en bomen die bloeien in de nacht. Maar ook: “Herders, waarom zingt gij niet, waarom speelt gij niet, waarom danst gij niet?” “Zie, reeds staat de morgenster stralend in het duister. Want de dag is niet meer ver, bode van de luister die ons weldra op zal gaan.” Je moet die woorden maar durven opschrijven in 1943.

Copyright: Uitgeverij Nieuw Amsterdam (foto Katherine May: Sara Norling)

Ik moet ook denken aan het boek ‘Winteren’ van Katherine May. De winter waar de Britse schrijfster het over heeft is een beeld. Het staat voor elke moeilijke periode in ons leven. Iedereen wintert van tijd tot tijd, zegt May. En dat winteren is niet beperkt tot het gelijknamige seizoen.

Winters komen en gaan. En er is niets wat een winterperiode kan versnellen, zodat het voorjaar sneller aanbreekt. Maar, zo ontdekt May, je kunt wel leren letten op tekenen van andere tijden. Want elke keer dat het wintert in ons leven kunnen we ons opwarmen aan alle beloften van een terugkerende lente. En May verwijst dan onder meer naar knoppen in bomen, ook al zijn ze ’s winters lastig te zien.

Afbeelding: Pixabay

Midden in de winternacht kán de hemel open gaan. In donkere tijden kan een licht gaan gloren. We kunnen het zien, eventjes misschien. Trek je eraan op, aan hemelse tekens van de hoop. Hoop dat het tij keert. Het is de boodschap die Lucas heeft willen schilderen in zijn kerstvoorstelling.

En ja, het is ook de boodschap van het kind in de kribbe. Óns kind in de kribbe, bedoel ik dan. Want in onze kribbe ligt een Wildebraspop. Misschien had u ook wel zo’n pop van papier-maché. Ze werden gemaakt in de jaren ’50 in ‘Het Poppenrijk’, de fabriek van de gebroeders Nolles in Steenwijk.

Wist u dat Henk en Arend Nolles vóór de oorlog een groothandel hadden in tabak? Maar ja, in de loop van de oorlog wordt het steeds moeilijker om de zaak draaiend te houden. De broers proberen van alles om het personeel aan het werk te houden. Dan, in 1943, hetzelfde jaar als waarin Midden in de Winternacht het licht ziet, krijgt 1 van beide broers een lappenpopje in handen. En dan gaat de hemel even open.

De broers denken: weet je wat… we gaan ook van die popjes maken. Ze lenen 16 naaimachines van de Singervestiging in Leeuwarden, voor elk personeelslid één. En vanaf dat moment is de fabriek voor tabaksartikelen een poppenfabriek. Als Henk en Arend na de oorlog naar sterker materiaal zoeken en uitkomen bij papier-maché, is de allereerste versie geboren van wat later de Wildebraspop zou worden.

Afbeelding uit het boek van I. van der Swaluw, Meer over Wildebras

Nu wil ik hier niet de hele geschiedenis van de Wildebras uit de doeken doen. Maar ik vind het verhaal achter ons kind in de kribbe wel een mooi voorbeeld van hoe je, door oog te houden voor de lichtpuntjes, het duister kunt doorkomen. Of, in termen van Katherine May, de winter kunt trotseren. Niet dat daarmee de winter verdwijnt. Maar er is ook hoop, vertroosting, zin misschien. Juist in zware tijden.

Wat ik uit al die verhalen haal is dat het maar net is wat je wil zien. Het donker of het licht. De somberte van de winter of de voorbereiding op het naderende voorjaar, die midden in de winter volop doorgaat. De dalende productiecijfers of dat onooglijke lappenpopje dat misschien wel mogelijkheden biedt. De Romeinse overheersing of een nieuw verhaal van het kind in de kribbe – een verhaal van vrede te midden van onderdrukking en dreiging van nieuwe oorlogen, een verhaal dat belooft dat dat er andere tijden komen. Ooit.

Afbeelding: Pixabay

In het lied van Harry Prenen is het licht onmiskenbaar. Het duister wijkt, midden in de winternacht. De morgenster is opgegaan. Maar hij schrijft het lied in 1943. Van een einde van het donker is dan nog geen sprake. Ook op het moment dat de gebroeders Nolles dat lappenpopje in handen krijgen is het nog volop oorlog. En daarom is kerst vooral een verhaal van goed kijken naar de lichtpuntjes. Een verhaal van geloof in nieuwe kansen, een nieuw begin. Van geloof in het kind in de kribbe.

Het begint met vertroosting. Met woorden van hoop die ons de ogen openen voor het licht in duistere tijden. Woorden die van een kind een koning maken, van een lappenpop een kans en van bevroren knoppen bodes van een nieuwe lente, ook al vriest het nog. Het begint met de schildering van licht, middenin de winternacht waarin ondanks sneeuw en ijs alle bomen bloeien. Het begint met uit te spreken, al was het maar één keer in het jaar, dat het weer voorjaar wordt. Midden in de winternacht kan de hemel opengaan.

Moge het zo zijn, amen

Anja Breedijk speelt: Een ster ging op uit Israël, Lied 596, met koraalvoorspel van Martine van der Meiden

Laten we bidden:

Trouwe God,
Wat zouden we het graag zien dagen in het oosten,
het ochtendgloren zien,
de open hemel,
midden in de winternacht.
Allemaal woorden
die ook ooit voor het eerst klonken,
toen het ook nacht was.
Woorden die ook toen wilden vertroosten.
En elke kerst klinken ze opnieuw
als een afspraak dat we onze hoop
niet willen laten ondersneeuwen.
Dat we uitspreken dat het voorjaar wordt
en we de hemel open zingen.
Dat we zien, al is het maar even,
dat elke winter het voorjaar in zich bergt.
Zoals een lied van Ivo de Jong zingt:
Al is de liefd’ nog onvolkomen
Schiet onze kennis nog tekort
We blijven van de liefde zingen
Totdat de nacht de morgen wordt.
Amen

Ik sluit deze viering graag af met de volgende zegen

Dat wij onze weg gaan, het pad van ons leven
in verbinding met de Eeuwige,
de geest die in elk levend wezen ademt
en ook ons bezielt,
nu en altijd.
Amen

Aries van Meeteren

Tags: , , , , , , , , , , , , ,

Related posts

Comments are currently closed.

Top