‘Leven zonder waarom’

“Dit wordt een lezing met heel veel God”, waarschuwt Welmoed Vlieger ons aan het begin van haar lezing. Dat is niet verwonderlijk, want de hele avond zal in het teken staan van het denken van Meister Eckhart, een Dominicaanse monnik die leefde van 1260 tot 1328. Toch is een waarschuwing op zijn plek, omdat Eckhart eeuwenlang is vergeten en in de loop van de 20e eeuw vooral door filosofen is omarmd. Pas recent krijgt Eckhart weer waardering voor zijn spirituele inzichten.

Eckhart is in zijn tijd een buitengewoon geleerd man. Hij studeert filosofie en theologie aan de universiteiten van Keulen en Parijs, wordt tot twee keer toe hoogleraar (vandaar zijn titel Magister of Meister) en trekt als een soort pastor langs kloosters aan de Rijn. Hij is een populair spreker, onder meer omdat hij als een van de weinigen in zijn tijd in de volkstaal preekt. Dat brengt hem niet alleen lof, maar ook problemen. De kerkelijke autoriteiten zijn bang dat zijn woorden verkeerd worden begrepen door zijn overwegend ongeschoolde publiek.

Zo zou Meister Eckhart eruit hebben kunnen zien

In 1326 moet Eckhart zelfs voor de inquisitie verschijnen. Zijn vervolgers hebben in zijn Latijnse teksten 48 passages gevonden die volgens hen niet door de beugel kunnen en in zijn Duitstalige preken nog eens 59 verdachte uitspraken. Eckhart is het niet met hun oordeel eens en eist dat de paus naar zijn teksten kijkt. Nog in afwachting van diens oordeel sterft Eckhart. Uiteindelijk verklaart paus Johannes XXII een jaar later dat 17 verdachte stellingen ketters klinken (wat iets anders is dan dat ze ketters zijn).

Godsgeboorte

Wie Eckharts teksten leest, stuit op een taal vol beeldspraak, dubbelzinnigheden, ontkenningen, paradoxen “en dus veel God”, zegt Vlieger. Je merkt aan alles dat Eckhart is gepokt en gemazeld in de scholastiek. Dat maakt Eckhart voor ons lastig te doorgronden. Zijn taal is veel wijsgeriger dan die van andere mystici, die toch vaak poëtisch schrijven. Nu noemt Eckhart zichzelf ook geen mysticus, relativeert Vlieger. Hij ziet zichzelf toch vooral als filosoof.

Het dubbelzinnige in het denken van Eckhart is al meteen goed te zien in het centrale thema van zijn werk: ‘De godsgeboorte in de ziel’ (en voor ziel mag je volgens Vlieger best ‘mens’ lezen). Immers, een geboorte is een gebeurtenis met een begin en een einde. Maar met de godsgeboorte bedoelt Eckhart juist niet iets eenmaligs, maar een proces dat altijd maar gaande is – dus zónder begin en zonder einde. Hoe zit dat?

Eckhart hamert erop dat God altijd al aanwezig is in ieder van ons, vanaf onze geboorte af aan. “En God blíjft in ons, ook in de ergste crimineel”, voegt Vlieger er aan toe. En met dat idee onderscheidt Eckhart zich van veel andere denkers. Eckhart vindt dan ook niet dat mensen iets moeten doen om tot een eenheid met God te komen. Die eenheid, die unio mystica is er immers al. Altijd. Het komt er alleen op aan om aan die eenheid deel te hebben. Hoe doe je dat? Door er niet meer naar te streven, maar er gewoon op te vertrouwen dat die eenheid er is, zegt Eckhart. En dat is een kwestie van geloven.

Ego

Hier wordt het lastig, want wij willen meestal zoveel! We streven naar van alles en maken allerlei plannen om dat te bereiken. Maar zodra wij naar God gaan streven, bijvoorbeeld door ijverig te mediteren of allerlei goede daden te doen om bijvoorbeeld bij God in een goed blaadje te komen, dan staan we de eenheid met God juist in de weg. Dan werken we God tegen. Dan staat ons ‘ego’, onze wil, ertussen.

Hoe zit dat? Eckhart zei toch dat we God al in ons dragen? Wij hebben toch al iets goddelijks in ons? Hoe kunnen we dat dan tegenwerken? Misschien is het goed om eerst helder te krijgen wat Eckhart met God bedoelt. God is ‘mogelijkheid’ (met een duur woord: potentialiteit), zegt hij. God schept voortdurend nieuwe, ongedachte mogelijkheden. Het goddelijke dat mensen in zich dragen laat ons delen in die potentie. Wij kunnen steeds van alles worden. Maar we zijn ons daar niet altijd van bewust en helpen dan juist mogelijkheden om zeep.

Wat is nodig? In één woord: gelatenheid – of in goed Nederlands: let go en let God. Vanuit het besef dat we al één zijn met God, hoeven we niet langer van alles te doen. We moeten juist wat laten. We moeten onze verlangens, onze oordelen, onze gedachten loslaten. Dus niet vooraf al invullen hoe iets of iemand zal zijn en daarop al inspelen, maar open staan voor alle mogelijkheden. Leven zonder waarom, zonder waartoe, noemt Vlieger dat. En daarin kunnen we ons oefenen.

Welmoed Vlieger (Foto: Merel Waagmeester)

Hoe dan? Meister Eckhart stelt een actieve mystiek voor. Ons spirituele leven zou niet louter moeten bestaan uit meditaties op een matje of gebeden in de binnenkamer, maar uit gewoon leven. We zouden moeten ophouden met dingen doen omwille van iets anders, maar ze doen vanwege de dingen zelf en zo jezelf daarin vergeten. Want door op te gaan in je bezigheden verdwijnen je gedachten en dan is er, ongemerkt, een unio mystica.

Muziek

Een voorbeeld. Als we luisteren naar muziek – bijvoorbeeld tijdens een concert – dan kan het gebeuren dat we er helemaal in op gaan. We denken nergens meer aan. Er is alleen maar de muziek. Maar zodra we ons realiseren dat we aan het genieten zijn van mooie muziek, dan is dat moment weer voorbij. Want dan zijn we weer aan het denken. Ons ‘ik’ is weer actief. Laat die gedachten dus los (gelatenheid).

Vlieger citeert een monnik van de berg Athos, die zei: “Tegenover de geest (of God) moet men zich gedragen als tegenover een duif die ons dichter nadert naar de mate van de rust, de stilte en de gewilligheid waarmee wij op haar wachten.” Als we achter de duif aanrennen, vliegt-ie weg. Maar als we niets doen en totaal ontvankelijk zijn, dan bestaat de kans dat de duif naar ons toe komt.

Ontvankelijkheid

Uiteindelijk roept Eckhart ons op – en hij wordt niet moe om dat duidelijk te maken – om ontvankelijk te zijn voor dat wat groter is dan wij zijn. Hij noemt dat God en Vlieger zegt dat hem na. Die ontvankelijkheid is een levenshouding die we vandaag de dag goed kunnen gebruiken, denkt ze. We oordelen tegenwoordig zo snel. Maar een oordeel is een self-fulfilling prophecy. Als we denken dat we een rotdag tegemoet gaan, dan kun je op je vingers natellen dat we ook een rotdag krijgen. We hebben de dag vooraf al ingevuld en mensen die we ontmoeten gevangen gezet in onze verwachtingen.

Vlieger snapt wel wat het mechanisme hierachter is. We willen controle houden over de dingen. Als we iets of iemand werkelijk open tegemoet zouden treden, kunnen we ook geraakt worden. Dat is eng en dus hebben ons schild bij wijze van spreken al geheven. Toch stelt Eckhart voor om dat schild te laten zakken en ruimte te geven aan het onverwachte. Aan potentialiteit, om dat woord maar weer te gebruiken.

Leven zonder waarom is leven op een onbevangen wijze, zonder er iets specifieks van te verwachten. Natuurlijk kun je wel een doel stellen. Maar fixeer je er niet op. Ga maar gewoon bezig. “Wees bij de dingen, niet in de dingen.” Vergeet jezelf. Let go and let God.

Aries van Meeteren

Wie meer wil lezen over Meister Eckhart kan terecht op de website van Welmoed Vlieger)

Tags: ,

Related posts

Comments are currently closed.

Top