Viering voor thuis – Aan de slag met morgen? Broodnodig!

Welkom bij een nieuwe viering voor thuis van de Kerk met de Beelden. Fijn dat u luistert. Vandaag gaat het over brood, het Onzevader en een lied van Paul van Vliet. Luister hier naar de viering of lees de tekst direct onder de player.

Online-viering Kerk met de Beelden, week 9

Laten we, voor we verder gaan, een moment stil worden en het licht ontsteken. Het licht van hoop dat duister verdrijft.

Foto: Pixabay

Wek mijn zachtheid weer.
Geef mij terug de ogen van een kind.
Dat ik zie wat is
En mij toevertrouw
En het licht niet haat.

Huub Oosterhuis, Aandachtig liedboek nr. 73

Lieve mensen,

Als werknemer van Rijnmond kreeg ik laatst een uitnodiging voor een medewerkersonderzoek. Dat is een enquête waarmee bedrijven kunnen uitzoeken hoe tevreden het personeel is. Er stonden vragen in over de spullen waarmee ik moet werken, de sfeer binnen het bedrijf, of wat van mij wordt verlangd duidelijk is en of ik me gehoord weet bij het nemen van beslissingen.

Het ging om een anoniem onderzoek. Dat zou aanleiding kunnen zijn om nu eens alles op tafel te leggen wat er in mijn ogen niet zou deugen binnen het bedrijf. Want ja, de antwoorden zijn toch niet herleidbaar. En het kan maar duidelijk zijn wat je vindt en verlangt. Toch?

Afbeelding: Pixabay

Maar opeens was daar die die ene vraag: “Noem drie dingen die je zelf kunt bijdragen aan het succes van de organisatie.” Tot dan toe ging het in de enquête over wat het bedrijf anders of beter zou kunnen doen. Nu moest ik er ineens vanuit mijzelf naar kijken. Wat zou ik nog kunnen doen? En dan ook nog drie dingen? Dat viel nog niet mee!

Naar aanleiding van die ervaring vraag ik me af wat we eigenlijk zouden invullen als onze regering een soortgelijk onderzoek zou uitvoeren onder alle inwoners. Niet zo gek toch, zo vlak voor de verkiezingen? We zouden, denk ik, de kans grijpen om ruimschoots onze kritiek op het beleid te ventileren. Maar wat als er ook een vraag in zou zitten als: “Noem drie dingen die je zelf kunt bijdragen aan het succes van Nederland.” Dingen die je nu dus nog niet doet, maar wel zou kunnen doen om Nederland beter, leefbaarder te maken. Wat zouden we zeggen?

Uitgeverij Ten Have (c)

Zo’n zelfde vraag, maar dan met een aanzienlijk grotere reikwijdte, komt aan de orde in een boek met de intrigerende titel ‘De goede voorouder’. De Australische filosoof Roman Krznaric schrijft daarin dat er over 50, 100 of 500 jaar weliswaar nog altijd mensen op aarde zullen wonen, werken, liefhebben en dromen. Maar dat het leven dat zij dan leiden diepgaand zal zijn beïnvloed door wat wij nu doen, door de gevolgen van ons handelen voor de geschiedenis die zij van ons erven.

Een mooie klus voor de politiek, zou je zeggen. En natuurlijk is die ook vooral aan zet als het gaat over leefbaarheid. Zoals ook directies aan zet zijn als het gaat over het creëren van goede werkomstandigheden in bedrijven. Maar we ontkomen er niet aan om ook na te denken over ons eigen aandeel en de gevolgen van onze kortetermijnbelangen, hoe moeilijk dat ook is. Het gaat niet alleen over nu, maar ook over morgen. Daarover straks meer.

De eerste lezing is Mattheüs 6, de verzen 7 t/m 15. De tekst komt uit de herziene versie van de Nieuwe Bijbelvertaling die in oktober verschijnt. De tekst is licht gewijzigd ten opzichte van de huidige Nieuwe Bijbelvertaling, zoals is te zien aan de vet gedrukte zinnen in de tekst hieronder.

En wanneer jullie bidden, doe dan niet als de huichelaars die graag in de synagoge en op elke straathoek staan te bidden, zodat iedereen hen ziet. Ik verzeker jullie: zij hebben hun loon al ontvangen. Maar als jullie bidden, trek je dan terug in je huis, sluit de deur en bid tot je Vader, die in het verborgene is. En jullie Vader, die in het verborgene ziet, zal je ervoor belonen. Bij het bidden moeten jullie niet eindeloos voortprevelen zoals de heidenen, die denken dat ze door hun overvloed aan woorden verhoord zullen worden. Doe hen niet na! Jullie Vader weet immers wat jullie nodig hebben, nog vóór jullie het Hem vragen. Bid daarom als volgt: Onze Vader in de hemel, laat uw naam geheiligd worden, laat uw koninkrijk komen, laat uw wil gedaan worden op aarde zoals in de hemel. Geef ons vandaag het brood dat wij nodig hebben. Vergeef ons onze schulden, zoals ook wij vergeven wie ons iets schuldig is. En breng ons niet in beproeving, maar red ons van het kwaad. Want als jullie anderen hun misstappen vergeven, zal jullie hemelse Vader ook jullie vergeven. Maar als je anderen niet vergeeft, zal jullie Vader jullie je misstappen evenmin vergeven.

NBV21 (c)

De tweede lezing is het gedicht ‘Wie dan wel’ van Paul van Vliet:

Als wij niet meer geloven dat het kan,
wie dan wel?
Als wij niet meer vertrouwen op houden van,
wie dan wel?
Als wij niet meer proberen
om van fouten wat te leren,
als wij ‘t getij niet keren,
wie dan wel?

Als wij niet meer zeggen hoe het moet,
wie dan wel?
Als wij niet meer weten wat er toe doet,
wie dan wel?
Als wij er niet in slagen
de ideeën aan te dragen
voor een kans op betere dagen,
wie dan wel?

Als wij niet meer geloven dat het kan,
wie dan wel?
Als wij er niet mee komen, met een plan,
wie dan wel?
Als wij er niet voor zorgen
dat de toekomst is geborgen
voor de kinderen van morgen,
wie dan wel?
Als wij onszelf niet dwingen
een gat in de lucht te zingen
waar zij in kunnen springen,
wie dan wel?

Paul van Vliet, uit: Een gat in de lucht (1990)

Lieve mensen,

Kent u die mapjes voor toeristen met daarin een rondgang langs tempels en pleinen uit de klassieke oudheid? Je ziet op een foto hoe een monument er vandaag de dag bij ligt. En vervolgens kun je er een doorzichtig vel overheen leggen met daarop een tekening van hoe het gebouw of plein er vroeger moet hebben uitgezien.

Fascinerende plaatjes levert het op. Maar de indrukken die je zo opdoet zijn wel erg misleidend. Want in de boekjes die ik ken, ontbreken de mensen. En daardoor zien de tekeningen er nogal leeg uit. En schoon. Terwijl het in steden in de klassieke oudheid moet hebben gekrioeld van de mensen en de dieren.

Rome in de oudheid toen en nu (Vision S.r.l. 2001)

Waarom vertel ik dit? Welnu, het evangelie van Mattheüs is volgens de meeste Bijbelwetenschappers geschreven in Antiochië, een stad die tegenwoordig in Turkije ligt. En die stad was in de eerste eeuw na Christus qua grootte de vierde van het hele Romeinse Rijk, achter Rome, Alexandrië en Efeze. Er woonden maar liefst 150.000 mensen. Maar het oppervlak van de stad was niet groter dan 5 vierkante kilometer. Rekent u even mee? Dat betekent dat er op iedere vierkante meter 3 mensen moeten hebben geleefd. En als we alle pleinen, tempels en andere publieke gebouwen niet meerekenen leefden er per vierkante meter zelfs 5 mensen.

Antiochië was met andere woorden een mierenhoop, zeker in de armere delen waar niemand privacy had. Mensen sliepen er in propvolle huizenblokken waarin hele families een kamer deelden die van de andere kamers was afgescheiden met uiterst dunne wandjes. Inwoners hadden alleen een matje om op te slapen en misschien een plank met wat spullen. We kunnen ons de herrie en de stank nauwelijks voorstellen. En ook niet de onveiligheid. En de armoede.

Antiochië rond 100 AD (Tataryn, Wikimedia CC3.0)

En voor mensen in zo’n voor ons onleefbare omgeving vol bestaansonzekerheid schrijft Mattheüs zijn evangelie. Tja. Dan is het volkomen voorstelbaar dat mensen meermalen per dag het Onzevader bidden en dan met name dat centrale zinnetje: ‘Geef ons heden ons dagelijks brood.’ Toch?

Maar zoals ik het Onzevader lees, is het gebed helemaal geen wensenlijstje van mensen die leven onder erbarmelijke omstandigheden en God vragen om daar wat aan te doen. Het gebed wil volgens mij het verbeteren van het leven juist niet alleen op het bordje van God leggen, zoals werknemers naar de directie kijken als ze wat nodig hebben en burgers naar de overheid. Het Onzevader is veeleer een call to action aan degenen die bidden. Ik zie dat terug aan het eind van het gebed als Jezus opmerkt: alleen als jullie zelf anderen hun misstappen vergeven zal God jullie vergeven.

Eigenlijk slaat alles in het gebed terug op de bidders zelf. Laat Uw naam geheiligd worden? Hoe dan als wij het niet doen? Laat Uw koninkrijk komen? Hoe dan als wij niet meewerken? Laat Uw wil worden gedaan op aarde zoals in de hemel? Dat gaat evenmin buiten ons om. Het is zoals Klaas Douwes van de Regentessekerk in Apeldoorn schrijft: we moeten onze biddende handen wel laten wapperen. Ora et labora (bidt en werkt), om het heel vroom te zeggen.

Foto: Pixabay

En ja, dat geldt ook voor dat ene zinnetje in het midden van het Onzevader, dat wij elke zondag hardop met elkaar uitspreken: ‘Geef ons heden ons dagelijks brood.’ Het zinnetje komt uit de versie van Mattheüs die moet hebben geklonken in dat overvolle en onleefbare Antiochië. Lucas heeft in zijn evangelie ook een Onzevader staan, maar daarin lezen we alleen ‘Geef ons ons dagelijks brood.’ Bij Lucas gaat het om onze kortetermijnbehoeften aan eten. Maar Mattheüs heeft een andere tekst. Hij bedoelt ook iets anders.

In het Onzevader van Mattheüs staat eigenlijk: het brood van morgen, geef ons dat vandaag. De grondtekst is op dit punt nogal ingewikkeld. Gelukkig worden we geholpen door kerkvader Hieronymus die omstreeks 400 in zijn uitleg schrijft dat er oorspronkelijk een woord kan hebben gestaan dat niet ‘dagelijks’ of ‘noodzakelijk’ betekent, maar ‘voor de komende dag’. En dat verandert alles.

Mattheüs bedoelt met het brood van morgen níet ons dagelijks brood. Ons dagelijks brood halen we bij de bakker of de supermarkt. Waar gaat het dan wel over? Nogmaals: de bede om brood staat in het hart van het Onzevader. En het Onzevader staat precies in het midden van de Bergrede. In die Bergrede gaat het over een leefbare, rechtvaardige wereld. Gods wereld, zegt Mattheüs. Of in zijn eigen woorden: het Koninkrijk van de Hemel.

Wie bidt om het brood van morgen vraagt om nu al wat te mogen ervaren van die leefbare wereld. Om er nu al iets van te mogen proeven. Daar bidden we samen om als we tijdens onze vieringen dat Onzevader hardop bidden. We bidden niet om een boterham, maar we houden de droom levend dat het beter kan worden, met genoeg voor iedereen. En het bepaalt ons erbij dat die rechtvaardige wereld niet vanzelf tot stand komt. Dat we onze biddende handen ook moeten laten wapperen.

En dan verandert het gebed om brood in een bede vol hoop. Zo moet de tekst in ieder geval in Antiochië hebben geklonken: als een gezamenlijk uitgesproken belofte dat het leefbaarder wordt als mensen daar vandaag al mee aan de slag zouden gaan. We weten uit allerlei teksten dat de eerste christenen, ook die in Antiochië, dat ook hebben gedaan. Zij stonden er bij vriend en vijand om bekend dat zij armen en zieken niet uit de weg gingen, maar juist naar beste kunnen verzorgden. En dat was zo ongewoon dat het opviel in de klassieke oudheid.

Giovanni Paolo Pannini (Hermitage Museum)

Als het Onzevader in het troosteloze Antiochië mensen kon inspireren, dan misschien ook wel ons vandaag de dag. Ook aan ons klinkt het appèl om niet achterover te leunen, maar ook zelf aan de slag te gaan met het visioen van een andere, meer rechtvaardige wereld. Met die droom van een leefbare aarde, ook voor hen die na ons komen. Met de oproep om een goede voorouder te zijn.

Hoe dat moet en wat we moeten doen of juist laten, vertelt het Onzevader niet. We zouden daar de tekst mee overvragen. Maar ik lees het gebed als een oproep om in ieder geval te blijven nadenken over de tijd die komt. Om er eerlijk het gesprek over aan te gaan en te zien wat er mogelijk is. Om stil te staan bij wat nodig is om ook onze kinderen en kleinkinderen een goed leven te laten hebben op onze planeet zonder die verder uit te putten. En te kijken wat wij daar nu aan kunnen bijdragen. Want bezig zijn met morgen is broodnodig. Ons doen en laten doen er toe.

Als wij niet meer geloven dat het kan
wie dan wel?
Als wij er niet mee komen, met een plan
wie dan wel?
Als wij er niet voor zorgen
dat de toekomst is geborgen
voor de kinderen van morgen
wie dan wel?

Paul van Vliet

Indringende vragen van Paul van Vliet die blijven hangen, in ieder geval bij mij. Verlammende vragen misschien wel. Want hoe zouden wij dat kunnen, zorgen voor morgen? Maar het Onzevader laat ook zien dat als wij aan de slag gaan, we tegemoet gekomen worden. Ik troost me met de gedachte dat er ongedachte wegen open kunnen gaan als we afstemmen op de belofte van het mogelijke. Want van ons kan het koninkrijk worden, en de kracht en de heerlijkheid. Tot in eeuwigheid.

Amen

Ik wil graag bij wijze van gebed een alternatief Onzevader lezen, geschreven door Erik Jan Tillema.

Mens en medemens,
verbonden met elkaar
gesterkt door elkaar.
Dat wij mogen omzien naar elkaar,
de helpende hand mogen bieden
en zo broeder en zuster zijn.
Dat wij leven zoals is voorgeleefd in de verhalen,
geïnspireerd door het hogere,
maar verantwoordelijk voor onze eigen daden.
Werkend aan een hemel op aard,
waar een ieder wordt gekend.
Laat dat het doel zijn
van ons bestaan
Amen

Erik Jan Tillema, Tussen vraag en antwoord

Eindig ik tot slot met een zegenbede

Ga in vrede, als een menselijke zegen.
Wees de wereld tot een wonder
waar de wereld zo om vraagt.

Erik Jan Tillema, Tussen vraag en antwoord

Aries van Meeteren

Napraten? Stuur een mailtje!

    Tags: , , , , , , ,

    Related posts

    Comments are currently closed.

    Top