Viering voor thuis – van zaaien, aftellen en oogsten

We zijn van de veertigdagentijd beland in een vijftigdagentijd. En we tellen af tot de tijd van bevrijding werkelijk aanbreekt. Maar ondertussen hoeven we niet alleen maar te wachten. Luister hier naar de online-viering van ds. Aries van Meeteren of lees de tekst direct onder de player.

Online-viering Kerk met de Beelden, week 16

We steken een kaars aan

Foto: Pexels

Wij tellen de dagen naar wat komen gaat.
En onze harten vullen zich met leven,
met de beloften ooit de mens gegeven,
dat U het bent, die in ons midden staat.

Alfred Bronswijk

Een Paaslied van Coot van Doesburgh zingt: ‘Alles komt opnieuw tot leven, als een vogel uit zijn as.’ En als ik naar buiten kijk, dan kan ik dat alleen maar beamen. Het leven gaat door, met volle kracht. Ik zie een explosie aan voorjaarskleuren, in onze tuin, de plantsoenen en langs de waterkant. Ik zie en hoor de prachtigste vogelconcerten.

Maar deze Pasen heeft ook een andere kant. Ik zag een Paasgroet van het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis in Amsterdam. Onder het zingen van ‘Als alles duister is, ontsteek dan een lichtend vuur dat nooit meer dooft’ zag ik geestelijk verzorgers een kapel kaars voor kaars in het licht zetten.

Paasgroet van de geestelijke verzorging van het OLVG

Ik werd er stil van.

Het filmpje gaat heel mooi in op de leegte en het duister van deze Pasen. Het duister van de coronacrisis die nog altijd mensenlevens eist onder mensonterende omstandigheden. Geen afscheid, geen uitvaart, geen troost. We zien de schrijnende voorbeelden in de media, als we ze al niet zelf van dichtbij hebben meegemaakt.

We zien eenzaamheid, gemis en groeiende irritatie. Zorgen ook om de mega-recessie die eraan lijkt te komen. We horen de wanhoop van ondernemers die hun bedrijf ten onder zien gaan. “Ondernemend Nederland wordt naar de slachtbank geleid”, schreef een van hen. Het is een wat crue beeldspraak rond Pasen, maar het geeft de nood scherp weer.

Het voelt alsof we Pasen hebben gevierd terwijl we nog midden in de veertigdagentijd zitten. En eigenlijk is dat ook zo. We zitten in de veertig dagen naar Hemelvaart. Of in de vijftig dagen naar Pinksteren. En dat is eigenlijk ook een periode van rouw. Hoe dat zit, daarover straks meer.

We lezen Johannes 20, vers 19 tot en met 22:

Op de avond van die eerste dag van de week waren de leerlingen bij elkaar; ze hadden de deuren afgesloten, omdat ze bang waren voor de Joden. Jezus kwam in hun midden staan en zei: ‘Ik wens jullie vrede!’ Na deze woorden toonde hij hun zijn handen en zijn zijde. De leerlingen waren blij omdat ze de Heer zagen. Nog eens zei Jezus: ‘Ik wens jullie vrede! Zoals de Vader mij heeft uitgezonden, zo zend ik jullie uit.’ Na deze woorden blies hij over hen heen en zei: ‘Ontvang de heilige Geest.

Nieuwe Bijbelvertaling

We lezen Psalm 67 in de woorden van Karel Eykman:

Jij weet het, mijn kind,
echt goed gelovig ben ik niet.
Maar daarom kan ik je nog wel toewensen
dat je wat hebt aan Gods woorden.

Dat je daarop kan rekenen als je steun nodig hebt.
Dat je daarin kan schuilen als je onderdak zoekt.
Dat het je helpt vertrouwen te vinden.
Dat het je bijlicht door tunnels heen,
Dat je richting vindt als je de weg niet weet,
zodat hij nabij is, als jij ver bent.

God geve je vrede, voortdurend en in ieder opzicht.
Zoiets bedoel ik
bij wijze van spreken
ongeveer

Karel Eykman, Een knipoog van u zou al helpen. Bij iedere psalm een gedicht, p. 81

Lieve mensen,

Ik moet iets opbiechten. In de vorige online-viering zei ik dat ik meteen mijn haar zou laten knippen als de kappers weer open zouden mogen. Maar ik kon niet langer wachten. Met de tondeuse waarmee we in het verleden een van onze cavia’s hebben getrimd, heeft Anoeska afgelopen Pasen mijn haar gekortwiekt. Wat een heerlijkheid!

Maar natuurlijk kan lang niet alles nu al wat ik straks zou willen doen. Was het maar zo! Onbekommerd langsgaan bij mensen, niet meer met een boog om iedereen heenlopen of zenuwachtig worden als op het werk de pot met desinfecterende doekjes of handzeep leeg is. Om maar wat te noemen.

We zijn nog altijd in afwachting van de terugkeer naar normaal. Van onze bevrijding. Eigenlijk, zo zou je kunnen zeggen, moet ons Paasfeest nog komen, ook al stond dat feest afgelopen week officieel op de kalender. Het voelt, zo zou je kunnen zeggen, alsof Pasen nog niet af is.

Ik moet een beetje denken aan de sefirá. Aan de wat? Eigenlijk is het voluit sefierat ha’Omer ofwel de tijd van de Omertelling. Dat is een joods gebruik, een soort vijftigdagentijd. Het is de tijd die zit tussen Pasen en Pinksteren, het joodse Wekenfeest. In die tijd tellen joodse mensen hardop de dagen en weken tot het Pinksteren is. Waarom doen ze dat?

Tijdens Pasen, Pesach, vieren joden de bevrijding uit Egypte. Maar die bevrijding is, zo lezen we in Exodus, nog niet direct een eind-goed-al-goed. Ze zijn dan wel vrij, maar er wacht nog een hele reis. Ze zijn dan wel verlost uit de slavernij, maar daarmee zijn ze nog niet werkelijk los van het verleden. Ze moeten nu de draai naar de toekomst gaan maken. Dat doen ze niet even. Dat kost tijd. Om te beginnen vijftig dagen.

Op die vijftigste dag arriveren de Israëlieten bij de berg Sinaï, waar ze God ontmoeten en de geboden krijgen. Je zou kunnen zeggen dat pas daar uit die verzameling slaven een volk begint te ontstaan dat klaar is voor een eigen toekomst.

Tien Geboden (CC)

Oké, uiteindelijk zal ook de wetgeving op de Sinaï maar een tussenstation blijken te zijn. Want de reis is dan bepaald nog niet klaar. Ook tijdens het vervolg van de tocht verlangen de Israëlieten nog geregeld terug naar Egypte. Maar de tijd tussen het vertrek uit Egypte en de aankomst bij de Sinaï, de tijd tussen Pasen en Pinksteren, is desondanks vormend geweest.

En dus tellen joden de dagen tot het Pinksteren is. Elke avond, zodra de sterren aan de hemel verschijnen, wordt hardop de zegen uitgesproken en de dagen en de weken geteld, wat wordt afgesloten met het lezen van Psalm 67, de Psalm die we hebben gehoord in de versie van Karel Eykman.

Psalm 67 zingt van zegen, van vreugde en rechtvaardigheid en de belofte van een rijke oogst. Want dát komt er nog bij. Straks, als het Pinksteren is, is het ook de tijd van de tarwe- en de fruitoogst. Pinksteren is ook een oogstfeest, het oogsten van wat in de weken ervoor is gezaaid.

Foto: Pixabay

Je zou zeggen: het toewerken naar de oogst, naar de ontmoeting met God op de Sinaï, die twee kanten van het Pinksterfeest, moet een vreugdevolle periode zijn, als een verlengd Paasfeest. Maar niets is minder waar. Het is een ingetogen tijd. En voor sommige groepen joden zelfs een periode van rouw. Er worden al die tijd geen huwelijken gesloten en mensen gaan niet naar de kapper, luisteren niet naar muziek en andere vormen van vermaak staan op een laag pitje.

Volgens sommigen komt dat doordat in het verleden tijdens de Omertelling een mysterieuze ziekte 24.000 leerlingen van de beroemde rabbi Akiva heeft geveld, ergens in de tweede eeuw. Anderen wijzen op pogroms die in de middeleeuwen plaatsvonden in diezelfde periode tussen Pasen en Pinksteren. Maar voor de meeste moderne joden is deze tijd van Omertelling vooral een periode van inkeer, bezinning, nadenken over datgene waarvan ze nog vrij zouden kunnen worden.

En wij? Ook wij hebben Pasen achter ons. En ook wij leven, noodgedwongen weliswaar, tamelijk ingetogen. We reizen veel minder, gaan nauwelijks nog uit, kunnen niet naar de kapsalon. We zijn op onszelf terug geworpen. En we tellen de dagen tot het weer voorbij is.

Maar we kunnen meer doen dan alleen tellen. Sefierat ha’Omer is, zo zagen we, ook een periode van inkeer, van bezinning op dingen die anders zouden kunnen. En ik zie ook bij ons volop aanzetten daartoe in kranten en op tv. Mensen die zich afvragen of alles straks weer precies zo zou moeten zijn als vóór de coronacrisis. Of dat de crisis ook een kans is om dingen anders te doen.

Wat dan? Ik denk dat we eigenlijk heel goed weten wat. In zijn algemeenheid moet ik denken aan een stel regels van dichter Derek Otte:

Ietsjes meer lachen
beetje meer blij
iets minder woedend
ietsjes meer wij
iets minder hardheid
iets minder hoon
beetje meer liefde
ietsjes meer Toon.

Derek Otte

Ik vraag me af: zijn de discipelen ook bezig met de Omertelling als ze bij elkaar zitten in Jeruzalem? Zijn ze aan het bedenken wat Jezus hen heeft willen leren en voorleven? En hoe ze dat vorm moeten geven in hun leven nu Hij er niet meer is? We hebben de versie van Johannes gelezen. De evangelist Lucas vertelt het verhaal ook, aansluitend aan dat van de Emmaüsgangers. En die twee naamloze leerlingen keren, zo lezen we, ’s avonds terug. De tijd van de Omertelling.

freebibleimages.org

Hebben de leerlingen daar in Jeruzalem gezien dat zoals Jezus zich gestuurd voelde door God, ook zij een taak hebben? Dat ze niet stil moeten blijven zitten, maar aan de slag gaan met wat hun leermeester hen heeft aangereikt? Dat ze zich geroepen voelen om de wereld een beetje mooier te maken, zoals Jezus heeft willen doen door zijn aandacht voor iedereen die vergeten dreigde te worden?

Ik hoop, in deze tijd na Pasen, dat ook wij niet alleen maar aftellen tot het normale leven terugkeert. Maar dat we dat normale leven van ooit tegen het licht houden en kijken wat er anders zou kunnen. Wat we anders zouden kunnen gaan doen. Hoe we de solidariteit met anderen, met het oog op wie we nu zo sober leven, op de een of andere manier kunnen vasthouden. Hoe we, nu we zien dat de natuur opleeft van onze lockdown, straks beter voor de aarde kunnen zorgen.

Dat we nu al zaaien en wieden, zodat straks ook onze Omertijd mag uitmonden in een rijke oogst.

Moge het zo zijn,
Amen

Trouwe God,
Pasen zou een vrolijk feest moeten zijn.
We vieren dat het leven doorgaat,
dat na het donker van de winter,
de lente aanbreekt.
Alles komt opnieuw tot leven
als een vogel uit zijn as.
Tenminste,
buiten wel.
Maar wij zitten binnen,
midden in de coronacrisis.
Wat valt er te vieren?
Het is alsof de veertigdagentijd nog doorloopt.
En in zekere zin is dat zo.
We hebben verlenging gekregen.
En we tellen af tot de deuren weer open mogen.
Maar wat voor wereld willen we dan betreden?
De crisis is ook een kans om daar over na te denken,
een uitnodiging tot bezinning
om bescheiden te worden.
Waar kijken wij naar uit?
Wat stellen we bij?
Op veel hebben we geen invloed,
maar we kunnen zelf wel wat doen.
Daartoe zijn we geroepen.
We zouden alleen zo graag zien wát
wij in ons eigen leven anders kunnen doen.
Ondertussen duurt de crisis voort
en daarmee het lijden van zoveel mensen.
We kunnen ons geen voorstelling maken
van de taferelen in sommige ziekenhuizen
en verpleeginstellingen.
We kunnen alleen bidden
Ontferm U.
Graag leggen we U voor
wat er leeft in ons hart
[…]
Hoor ons, zo bidden wij U
Amen

We zijn aan het einde gekomen van deze online-viering. Graag eindig ik met de zegen en ik wil dat doen met de woorden van Psalm 67:

God, wees ons genadig en zegen ons,
laat het licht van uw gelaat over ons schijnen,
dan zal men op aarde uw weg leren kennen,
in heel de wereld uw reddende kracht.
Amen

Nieuwe Bijbelvertaling

Tags: , ,

Related posts

Comments are currently closed.

Top