Winteren

De winter is niet echt mijn lievelingsseizoen. Alles lijkt doods. De bomen zijn kaal, de meeste struiken ook en als het groenblijvers zijn, is het bepaald niet het meest frisse groen dat je ziet. Als er dan ook nog sneeuw ligt, maakt dat alles ook nog eens kleurloos. Natuurlijk, met een blauwe lucht erboven en een winters zonnetje erop is het allemaal prachtig. Maar met een betrokken lucht, druilerige regen en 4 graden op de thermometer is er niets aan (vind ik).

De Britse schrijfster en docent Katherine May ziet de winter als metafoor voor alle kale periodes in ons leven. In haar prachtige boek ‘Winteren’ (Wintering) schrijft ze: “Iedereen wintert vroeg of laat, sommige mensen winteren steeds opnieuw. Winteren is een periode in de kou. Het is een braakliggende fase in je leven, waarin je afgesneden bent van de wereld, je afgewezen voelt, buitenspel gezet, belemmerd in je vooruitgang of gedwongen in de rol van buitenstaander.”

Foto: Pixabay

Wat een beeld! Zoals de winter bij het ritme van de seizoenen hoort en steeds terugkeert, horen kale periodes bij het ritme van het leven. De ellende is, ziet May, is dat we zo slecht zijn voorbereid op winterperiodes. Waarom is dat, vraagt ze zich af. Waarom denken we dat het bij ons altijd moet zomeren? Alles in de natuur wintert, ziet May. Planten verliezen hun blad, dieren gaan in winterslaap en vogels trekken naar zonniger streken. Geen van de planten of dieren verzet zich tegen de winter. Zich verzetten doen alleen mensen.

Vieringen van het ongewisse

May beschrijft in haar boek hoe ze zelf ‘wintert’ na een periode van veel te hard werken en enkele tegenslagen in haar gezin. Gaandeweg ontdekt ze de kracht van rituelen en de wijsheid die daarin verscholen ligt. Halloween, de winterzonnewende en kerst zijn in feite vieringen van het ongewisse, schrijft May ergens treffend. Die willen ons iets leren over hoe we kunnen omgaan met de winterperiodes in ons eigen leven.

Hoe dan? Juist in het donker van de winter hebben we behoefte aan houvast. En de feesten geven ons weer grip, ervaart May. Niet op het seizoen, maar op hoe we erop reageren. Zo brengen de winterfeesten het donker te binnen, ze erkennen de veranderingen die plaatsvinden en symboliseren tegelijk de dóórgaande dingen. Dat alles werkt voor May niet alleen troostrijk, maar stelt haar ook in staat naderende winters niet langer weg te duwen, maar juist eerder op te merken en zich erop voor te bereiden. Want winters zullen blijven komen en gaan, ziet ze.

(tekst gaat door onder de afbeelding}

Bomen

De natuur beweegt mee door al vroeg vooruit te werken. “De meeste bomen leggen al midden in de zomer hun knoppen aan en door het vallend herfstblad worden ze zichtbaar, gaaf en afwachtend, beschermd tegen de kou door een dikke schub. We merken ze zelden op omdat we denken dat we het geraamte van de boom zien, een dood ding totdat de zon terugkeert. [Maar] de boom is alles behalve dood. Eigenlijk is hij de ziel van het bos. Hij leeft gewoon in stilte voort. Hij zal niet tot leven komen in de lente. Hij zal gewoon een nieuwe jas aantrekken en de wereld weer tegemoet treden.”

Rituelen helpen ons om mee te veren. En dat doet me denken aan advent. Advent wil ons ook voorbereiden op de winter én het weer lengen van de dagen. Daarom halen we lichtjes in huis, ontsteken we kaarsen en tellen we af naar de komst van het licht. We koesteren de knoppen aan de bomen, de lichtpuntjes in het donker. Advent als oefening in het zien van de uitlopers aan de bomen die het voorjaar aankondigen. Iets waar Jesaja al op wees: “Maar uit de stronk van Isaï schiet een telg op, een scheut van zijn wortels komt tot bloei.” Er komen andere tijden. Het blijft niet winteren.

Aries van Meeteren

Katherine May, Winteren. De kracht van rust en afzondering in moeilijke tijden, Nieuw Amsterdam 2021, 254 p.

Tags: , , ,

Related posts

Comments are currently closed.

Top