Zonder lijden geen geluk?

Er zijn van die boeken die me alleen al door de titel opvallen. ‘Leed heeft niet het laatste woord’ is er zo eentje. Neem nou de ondertitel: ‘Zonder lijden geen geluk’. Die slogan intrigeert. Maar ook de plaats waar ik het boek zag liggen, deed mijn wenkbrauwen fronsen: in de Gimsel in Rotterdam, een supermarkt voor ‘natuurlijke voeding’. Niet direct de plek waar ik een boek over lijden zou verwachten. Het ging dan ook meteen in mijn winkelmandje. Het blijkt een boek te zijn met een belangrijk tegengeluid.

‘Leed heeft niet het laatste woord’ is van de hand van Klaas-Jan Pos uit Bodegraven. Hij is psychiater bij GGZ Rivierduinen. Hij merkt in zijn praktijk dat mensen grote moeite hebben om lijden een plaats te geven in hun leven. Vroeger hielp religie daarbij – in de hemel komt alles goed – maar mensen kunnen daar niet meer mee uit de voeten. En wat dan? Een belangrijke vraag.

We zijn meer dan ooit gewend om ons leven in eigen hand te houden, schrijft Pos. Lijden frustreert dat. En dus gaan we dat, logisch ook, het liefst uit de weg. We willen niet kwetsbaar zijn! Maar lijden hoort erbij, onderstreept Pos. Zoals ook ‘kwade dagen’ onontkoombaar bij een huwelijk horen. Pos stelt daarom voor om het leven te zien als een partner van wie we houden en met wie het vaak goed toeven is, maar aan wie we ook regelmatig pijn oplopen.

Paradoxen
En daarmee hebben we meteen een terugkerend thema in het boek te pakken: iets is bij Pos nooit óf… óf, maar én…én. Gelukkig maar, want het leven is nu eenmaal niet zwartwit. We zijn als mensen zowel autonoom als afhankelijk, sterk én kwetsbaar. We zijn hoopvol én bang. We houden van orde, maar zijn ook niet vies van chaos. Het leven zit vol paradoxen. Wie dat leert zien, kan beter omgaan met lijden, zo schrijft Pos.

Het probleem met lijden is volgens hem niet de pijn of de ellende die daar bij hoort. Mensen lijden pas als ze zich met pijn en kwetsbaarheid geen raad meer weten. Toch geldt ook hier: het is niet alleen maar óf…óf. Zoals het in ons leven niet altijd maar van een leien dakje gaat, zo duren ook gevoelens van wanhoop niet eeuwig, houdt Pos ons voor. Het komt aan op uithoudingsvermogen en gaandeweg accepteren dat ons leven zich niet altijd voegt naar onze plannen.

Loslaten
Maar hoe kom je tot die aanvaarding? Onze eerste reactie is toch verzet als dingen niet lopen zoals ze lopen? We zoeken naar oplossingen of steken onze kop in het zand – wat ook een vorm van verzet is. Maar uiteindelijk kunnen we een punt bereiken waarop verzet geen zin meer heeft. We zijn moegestreden en moeten erkennen dat het nooit meer wordt zoals het was. Dat het is wat het is.

Hoe brengen we dat op? Allereerst door eerlijk naar onszelf te kijken, zegt Pos, bijvoorbeeld met behulp van mindfulness. Dat is een techniek om onszelf en onze situatie zonder oordeel te onderzoeken en los te laten wat ons niet langer helpt. Dat is eng, maar wel cruciaal. In plaats van proberen de omstandigheden te veranderen, richten we ons op onszelf. We slaan een andere weg in.

Vreugde
Het hernemen van ons levenspad nadat leed heeft toegeslagen, gaat gepaard met veel emoties. Verdriet en woede bijvoorbeeld. Maar ook vreugde! Hoe zit dat? Verdriet is toch iets negatiefs? Wat heeft vreugde daarmee te maken? Alles! Lijden en vreugde zijn nauw met elkaar verbonden.

Dat klinkt ingewikkeld en dat is het ook. Ik zal proberen om het kort uit te leggen. We lijden om wie of wat ons dierbaar is (we lijden niet om mensen of dingen die ons niets kunnen schelen). Tegelijkertijd is dat wat ons dierbaar is ook een bron van vreugde. Wie besluit om lijden en kwetsbaarheid uit de weg te gaan, kent ook geen echte vreugde meer. Alleen als we werkelijk kwetsbaar durven zijn, kunnen we ook (weer) vreugde ervaren.

Pos: “De volgorde is dan ook soms: eerst rouw, of angst voor verlies, dan volgt besef van wat er werkelijk toe doet in het leven, en daarna vreugde. […] Mensen die nog aan het begin van hun rouwproces staan, kunnen soms verzuchten dat het leven zo grijs geworden is. [Maar] als de ziel de ruimte krijgt om te rouwen, dan zal ze ook zeker de ruimte vinden om ook vreugde te ervaren. Opeens, misschien zonder dat je erop bedacht was, loop je weer te fluiten op straat, of te zingen tijdens het werk.”

Samen
Pos beschrijft een hele weg: van ons vruchteloos proberen om lijden te vermijden tot acceptatie en het inslaan van nieuwe paden en het leven met alles wat daarbij hoort (opnieuw) omarmen. Dat kunnen we niet alleen. Zonder anderen die meelijden en het met ons uithouden, spelen we het niet klaar, zegt Pos.

Pos maakt in zijn uiterst leesbare boek ruimschoots duidelijk dat dit bepaald geen makkelijke weg is. Maar wel een weg die ons uiteindelijk compassie leert met onszelf – we mogen kwetsbaar en feilbaar zijn! – en met de ander.

We zijn namelijk niet de enigen die lijden. We zijn allemaal verbonden in het onvermijdelijke van verlies, ziekte en dood. En hoewel het boek geen nadrukkelijke religieuze inslag heeft, raakt Pos hier wel aan grote religieuze thema’s rond lijden en overgave, vallen en opstaan, leeg worden en weer volstromen.

Voltooid leven
Het boek wil ook een pleidooi zijn tegen het beeld van de maakbare mens dat in onze cultuur zo dominant is. Pos wil een ander geluid laten horen in de discussie rond het thema ‘voltooid leven’. Daarin draait het volgens hem teveel om de mens die niet alleen de regie over zijn leven stevig in eigen handen heeft, maar ook over zijn dood. De schrijver maakt met allerlei voorbeelden duidelijk dat mensen vaak helemaal niet aan het roer staan.

Geen stoplap
Wat Pos opschrijft, bevat veel moois. Zijn woorden kunnen handvatten bieden voor wie zich overvallen voelt door een onaangename wending van het leven. En wie tot de bodem is gegaan, zal zeker iets herkennen van de wijsheid dat alleen wie door het lijden is gegaan werkelijk weet heeft van de hoogte en diepte van het leven. Of in de woorden van Pos, dat we zonder lijden ook geen geluk kunnen ervaren.

Maar zo’n conclusie kan ook verworden tot een stoplap, een soort tegeltjeswijsheid die we mensen voorhouden die vragen naar de zin van hun lijden (‘lijden hoort erbij’ of ‘daar word je een completer mens van’). Maar dan slaan we de plank mis. Lijden is hoe dan ook een ramp! Op de vraag naar het lijden past geen sluitend antwoord. Gelukkig geeft Pos die ook niet. Hij wil ons, aanhakend bij zijn eerdere beeld van ons bestaan als huwelijk, leren ‘om ons verbond met het leven goed te houden en die partner ook in onze armen te sluiten als die ons moeilijke momenten bezorgt.’ Dat is een hele weg.

Aries van Meeteren

Tags:

Related posts

Comments are currently closed.

Top