“Er was eens een man en die wilde zo graag vliegen. Niet in een luchtballon en niet in een vliegmachien, maar met eigen vleugels. Hij had daar een bedoeling mee, maar die wilde hij niemand zeggen.” Zo begint ‘De Vleugelman’, een sprookje van Godfried Bomans. De titel prijkt ook op de omslag van de vuistdikke biografie van Bomans. En dat is niet voor niks, zo blijkt op 15 mei jl. tijdens de ruim twee uur durende lezing van biograaf Gé Vaartjes in restaurant Kampanje.

Het sprookje is uitermate tragisch en goedbeschouwd is het leven van Bomans dat ook. De man die wil vliegen met eigen vleugels is Bomans zelf, laat Vaartjes zien. Hij zoekt de hemel zonder dood te hoeven gaan. En dat doet hij, zo vertelt Vaartjes, door overal een mooi verhaal van te maken. Dat heeft prachtige boeken, columns en tv-optredens opgeleverd. Maar het zorgt ook voor vervreemding in zijn directe omgeving die zich altijd afvraagt of wat hij zegt wel klopt.

Masker

Gé Vaartjes schetst voor een afgeladen zaal het beeld van wat hij noemt ‘een ongelooflijk gecompliceerde persoonlijkheid’. Veel mensen kennen Bomans als een beheerste, beschaafde, ietwat bezadigd filosoferende man die in prachtige volzinnen kan spreken en de wijsheid in pacht lijkt te hebben. Maar dat blijkt een rol te zijn geweest die hij speelt. Het is het masker van een man met een uiterst moeilijk leven. Het leven van een vleugelman.

De lezing bestaat uit twee duidelijk onderscheiden gedeelten. In het eerste uur neemt Vaartjes in vogelvlucht het levensverhaal van Bomans door. We horen hoe hij de publieke figuur is geworden die we kennen; de geliefde BN-er Bomans wiens vroege overlijden op 22 december 1971 de opening is van het achtuurjournaal. Vaartjes begint zijn verhaal zelfs met beelden van de uitvaart, waar duizenden mensen Bomans de laatste eer bewijzen.

Angst

Bomans komt op 2 maart 1913 ter wereld in een behoorlijk strengkatholiek gezin, met een autoritaire vader en een kille moeder. Vaartjes vertelt hoe de jonge Bomans opgroeit in voortdurende angst voor zijn vader en voor de hel. Bomans leert dat het leven op aarde weinig meer is dan een voorportaal van het hiernamaals. Alles wat mensen doen is bepalend voor hun bestemming na de dood, zo is het idee. Bomans gaat op zoek naar eigen manieren om de hemel te bereiken. En wel door de kunst.

Om te ontsnappen aan zijn tamelijk beklemmende leven leest Bomans veel. En hij gaat schrijven. Al vroeg op school heeft hij succes met sprookjes in de schoolkrant en bijvoorbeeld het satirische toneelstuk ‘Bloed en liefde’ dat hij ter gelegenheid van het eindexamenfeest schrijft. Ook in zijn studententijd houden zijn schrijfsels hem overeind. Want voor studeren blijkt hij geen talent te hebben. Hij is veel te snel afgeleid en, zoals Vaartjes dat noemt, “speels in zijn hoofd”.

Dat speelse houdt Bomans zijn hele leven. Het helpt hem aan een masker dat hem ver zou brengen – het masker van de humoristische oom bij het haardvuur die de lachers op zijn hand krijgt met zijn licht ironische en altijd goed getimede uitspraken. Zelf noemt hij zijn humor ‘overwonnen droefheid’ of het ‘litteken van de wond.’

Zielig

Vaartjes gaat in het tweede deel van de avond dieper in op de persoon achter het masker van de oom. Dat blijkt een wat bange, onrustige en ook raadselachtige man te zijn, van wie iedereen in zijn omgeving een totaal ander beeld heeft. Bomans heeft zichzelf ook niet echt willen laten kennen. Steeds speelt hij een andere rol. Hij pleaset, hij pest en ontregelt. Mensen om hem heen die dat in de gaten hebben vinden hem daarom ook wel zielig. Ze hebben het met hem te doen.

Tijdens het luisteren naar Vaartjes bekruipt ook mij een groeiend gevoel van medelijden. Zeker als de biograaf vertelt over Bomans’ beroemde verblijf op Rottumerplaat, een half jaar voor zijn dood. Het blijkt een louterende week te zijn voor de schrijver die zonder het verslavende applaus van zijn publiek en koortsig van de griep in zijn dagboek noteert:

Ik heb veel aan vroeger gedacht, vooral aan mijn jeugd. Vele gebeurtenissen die ik dacht vergeten te zijn, kwamen langzamerhand boven, zoals hier het gras boven het water als het eb is. Ik zie nu beter dan eerst, en eigenlijk nú pas goed, dat ik ben wie ik ben en dat het zo heeft moeten zijn. Ik heb geen wrevel, geen spijt en geen wrok meer tegen het verleden. Zo is het nu eenmaal allemaal gelopen en ik genees van mijn wonden. Dit oude verzet was een rest van onvolwassenheid.

Vaartjes spreekt van een catharsis. Bomans kan op zijn 58ste eindelijk accepteren wie hij is.

Ik ben een speels iemand. Het is leuk en ik kan het ook niet laten om het leven te proberen in verschillende varianten, net als in het schaakspel, en niet met één opening te volstaan. Er is zelden iets wat ik zeg of denk of het tegenovergestelde gaat ook door mijn gedachten. Vroeger schaamde ik mij daar wel voor. Ik probeerde dan wel te doen als de ernstigen, maar kwam dan altijd in een kramptoestand. Toen kwam er een periode van berusting in het onvermijdelijke. Maar het laatste jaar denk ik: ik ben zo en daar maak ik iets van. Ik voel me daarin veel gelukkiger. Er lukt me ook meer.

Kind

Helemaal stil krijgt Vaartjes me als hij een fragment laat zien van een gesprek tussen Bomans en Elisabeth Andersen over de Deense sprookjesschrijver Hans Christian Andersen. De actrice vraagt Bomans of hij iets kan vertellen over de mens Hans Christian Andersen:

Hij was een kind. Dat is de sleutel van zijn hele leven, van zijn hele werk. […] Wat ook bij een kind behoort, is een beminnelijk egoïsme, wat in een volwassene soms een beetje irritant is. […] En hij had een bijna pathologische honger naar roem. […] Als u mij vraagt naar de oorzaak [van zijn gebrek aan zelfvertrouwen] dan geloof ik dat de wortel ligt, zoals bij ons allemaal trouwens, in de vroegste jeugd. Andersen heeft zijn vader bijna niet gekend. En hij heeft van zijn moeder niet die liefde gehad waar hij behoefte aan had. En zijn hele leven is dus een inhalen van die gemiste moederliefde.

Na dit fragment gaat een verbaasd geroezemoes door de zaal. Bomans schildert hier een zelfportret. Een diep tragisch zelfportret.

Vaartjes heeft in zijn lezing natuurlijk veel meer verteld over Bomans. Ik moet het verslag ervan noodgedwongen kort houden. Ik verwijs ook naar een eerder artikel op onze website. Wie meer wil weten kan terecht in zijn meer dan voortreffelijke biografie van maar liefst 768 pagina’s, uitgegeven bij Querido (2025). Tijdens de lezing hebben er ook boeken in de zaal gelegen, met dank aan boekhandel De Mandarijn uit Gorinchem.

Aries van Meeteren

Artikel in het Kompas van Hardinxveld-Giessendam (22 mei 2025)