De allereerste K3-formatie komt weer bij elkaar, lees ik. Volgend jaar april geeft het kinderpoptrio maar liefst 17 concerten in Ahoy Rotterdam. En wie niet kan wachten kan in oktober al naar het Sportpaleis in Antwerpen. Het nieuws was voor Rijnmond aanleiding om de grootste hit van Karen, Kristel en Kathleen weer eens te draaien: ‘Alle kleuren’, een aanstekelijk lied over tolerantie. In een terugkerend couplet zingt K3: “Waarom doen mensen elkaar toch zo’n pijn? Zou het niet beter zijn als wij voortaan verdraagzaam zijn?”

Het vrolijke lied wil kinderen laten zien dat we niet meteen bang zouden moeten zijn voor wat vreemd is en afwijkt. “Wij zijn zoveel mooier als we samen zijn.” En dat is een mooie boodschap natuurlijk, misschien vandaag de dag nog meer dan in 2000. Verdraagzaamheid is soms ver te zoeken in ons land dat zich altijd zo heeft voorgestaan op zijn tolerantie. Er is merkbaar angst voor het vreemde, het afwijkende of andersoortige. En niet alleen bij ons trouwens.

Onlangs verscheen een bundel essays van de remonstrantse theoloog en filosoof Heine Siebrand (1951), getiteld ‘Tolerantie, een porseleinen fles’, waarmee hij treffend de kwetsbaarheid van verdraagzaamheid uitdrukt. Voor je het weet valt die in stukken. Siebrands boodschap is dat tolerantie een zorgvuldige omgang vereist, iets wat tijd en aandacht vraagt. Precies die elementen zijn schaars geworden vandaag de dag. We moeten rennen, springen, vliegen, duiken, vallen, opstaan en weer doorgaan, om met Herman van Veen te spreken.

Mosterdzaadje

In elf teksten die uit lezingen zijn ontstaan neemt Siebrand ons mee langs ‘het fragiele spoor van verdraagzaamheid’, zoals de ondertitel van het boek luidt. Zo staan we onderweg onder meer stil bij de vrijheid van meningsuiting die veranderd lijkt in een vrijheid om de spot te drijven. ‘Ik zeg wat ik denk’, is het motto geworden. Maar is het niet beter om eerst te denken voor we wat zeggen? Siebrand haalt er de bekende gelijkenis van het mosterdzaadje bij (Marcus 4):

Het gaat [in het verhaal] niet zozeer om de bloei van het zaadje, als wel dat het zaad de aarde raakt. […] Wie de vegetatieve ontwikkeling van een zaadje in de aarde volgt ziet de kiem ontstaan, wortel, stengel en blad, maar in de jeugdfase van de plant laten de knop en de bloem voor onbepaalde tijd op zich wachten. Ongeduld helpt niet volgens plantkundigen.

(c) Free Bible Images

Helaas, zo ziet Siebrand, nemen we voor het ‘aarden’ als een mosterdzaadje – lees: nadenken en het opschorten van onze mening – nauwelijks nog tijd. Er is ‘altijd alarm in de lucht’, altijd iets dat om aandacht schreeuwt. En zo raken we verstrooid en vinden we niet langer ruimte om ons in de ander te verdiepen. Tolerantie verwordt tot onverschilligheid.

Siebrand pleit voor een meer luisterend leven. Dat is boven alles leven vanuit de erkenning dat ieder mens het waard is om gehoord te worden. Meestal zéggen we wel dat elk mens ertoe doet. Maar het valt vaak niet mee om daar echt naar te handelen. Het begint al thuis, aan de keukentafel. Hoe verdraagzaam zijn we daar?

Verscheidenheid in eenheid

Verwar verdraagzaamheid niet met het tegenwoordig zo hippe ‘respect’, waarschuwt Siebrand. Respect blijft op veilige afstand en is passief. Verdraagzaamheid is actief, open naar de ander en wil iets leren. Echte tolerantie omhelst verschillen – ‘alle kleuren van de regenboog’, zoals K3 zingt – en onderzoekt hoe we goed zouden kunnen samenleven. En dat komt neer op vertrouwen, op niet langer zoeken naar eenheid in verscheidenheid, maar het durven hooghouden van verscheidenheid in eenheid.

Wie probeert de eenheid vast te houden verzet zich tegen wat zich aandient en wat mensen niet kennen. Dat is valse verdraagzaamheid die er eigenlijk op uit is dat anderen zich aanpassen. Siebrand schrijft:

Verdraagzaamheid is niet los verkrijgbaar. Niemand kan die bezitten of er zijn hand op leggen ten koste van een ander. Te vergelijken met het land dat God aan de mensen geeft – het beloofde land. Niet om het te bezitten, maar als een geschenk waar wij te gast mogen zijn; te gast bij de aarde, de flora, de fauna en de anderen.

Diepste diep

Uiteindelijk voert het fragiele spoor van verdraagzaamheid ook langs Siebrand zelf. Hij is na enkele mislukte oogoperaties blind geworden. Kan hij dat verdragen? En zo krijgt de tolerantie uit de titel een extra laag, namelijk het omgaan met ziekte, pijn en ongemak in ons eigen leven die ons bestaan op zijn kop zetten.

Foto van Facebook

Siebrand heeft ontdekt dat hij ondanks alle misère, ‘vanuit het diepste diep’, contact kan blijven maken met andere mensen en in gesprek kan blijven. Dat hij ook weer lezingen kan geven en zelfs een boek schrijven zonder dat hij op zijn bibliotheek kan terugvallen. Hij heeft van deze fase van zijn leven veel geleerd, schrijft hij, “misschien wel bovenal het dagelijks afvinken van het goede dat die dag gebracht heeft.”

‘Tolerantie, een porseleinen fles’ is een geëngageerd en persoonlijk spoor langs tal van observaties en citaten waarin telkens de bezorgdheid voelbaar is. Er staat wat op het spel in deze turbulente tijden, waarin tegenstellingen, zoals Siebrand opmerkt niet alleen worden uitvergroot, maar liefst ook nog op het spits gedreven. Juist voorzichtigheid is nodig, noteert hij. Siebrand schrijft het allemaal associatief op met om de paar zinnen een onverwacht vergezicht dat te denken geeft.

Aries van Meeteren

Heine Siebrand, Tolerantie, een porseleinen fles. Het fragiele spoor van verdraagzaamheid (2025), 84 p. ISBN978-946-510-543-7