De zorgen over de tijd waarin we leven zijn niet van de lucht. En het lijkt wel of de schrik erover ons dieper treft nu de dagen donkerder worden en we richting het einde van het jaar kruipen. Wat kunnen we doen? Onlangs las ik het ‘Lied van de profeet’ (Prophet Song) van de Ierse schrijver Paul Lynch. Een vorig jaar bekroond boek over hoe Ierland verandert in een totalitaire staat en verscheurd raakt in een nietsontziende burgeroorlog. De jury van de Britse Booker Prize zag er een profetische waarschuwing in voor de eigen tijd. En inderdaad, het is een urgente roman. Een boek dat de lezer linea recta naar de hel voert, zo schreef een recensent. Een hel zonder geruststellend eind-goed-al-goed. Het maakte dat ik nog lang over het verhaal bleef nadenken. Dat komt misschien ook omdat ik het boek niet zozeer als een politieke roman las, maar als een verhaal over menselijk lijden.

Hoofdpersoon van het ‘Lied van de profeet’ is moleculair bioloog Eilish Stack die zich met haar gezin probeert staande te houden in de groeiende chaos om haar heen. Een chaos die zich als een almaar verdiepend duister meester maakt van de straten en tuinen van Dublin en ook Eilish’ huis binnenkomt. Eerst wordt haar man Larry opgepakt die niet toevallig bestuurder is van de onderwijsbond (het onderwijs is vrijwel altijd een van de eerste doelwitten van totalitaire machthebbers). Vervolgens sluit haar oudste zoon Mark zich aan bij de rebellen, waarna ook hij van het toneel verdwijnt. Haar dochter Molly ligt óf in bed óf krijgt paniekaanvallen en puberzoon Bailey vindt de dood. Dan heeft ze nog de zorg voor haar jongste zoon, baby Ben en haar vader Simon, die dementeert.

Het bijzondere is dat de buitenwereld weinig aandacht krijgt in het boek. We lezen nauwelijks iets over het regime en hoe dat aan de macht is gekomen. De machthebbers zijn er simpelweg en ze roepen de noodtoestand uit waardoor de oude vertrouwde wetten niet meer gelden. En er is gewapend verzet. Veel meer komen we niet te weten. Alles draait om hoe het Eilish vergaat, te midden van alle turbulentie. We zitten in haar hoofd en de bladzijden bevatten haar gedachtestroom, ook al is het boek in de derde persoon geschreven. Gedachten, beschrijvingen, dialoog, alles gáát maar door, zonder witregels, als een monolithisch geheel. Een voorbeeld:

Ze is van een onzichtbare bergtop naar beneden gevallen, haar woorden liggen verspreid over de grond en zakken erin weg, ze komt weer overeind en haast zich door het donker op zoek naar Mark, maar ze ziet alleen maar koppige wilskracht, zijn wilskracht alsof het een licht is dat buiten zijn lichaam langs haar zweeft. Ze doet haar ogen open en zet Ben weer in zijn ledikantje, loopt trekkend aan haar haar door de kamer, beseft dat het te snel is gegaan, het uitleveren van haar zoon aan de wereld, de wereld die een soort onderwereld is geworden. Mark is stilte en dan is hij adem en ze weet niet meer hoe ze hem moet bereiken.

Cover boek (c) Prometheus

Apocalyps?

Recensenten zien in de roman een god-loze apocalyps, een soort einde der tijden. Misschien. Maar wat mij betreft is het woord apocalyps niet zo goed gekozen, omdat het ‘onthulling’ betekent. En dat terwijl de auteur bar weinig onthult. Er is ook geen Johannes-achtige ziener die een kijkje achter de schermen krijgt. Wel doet de hele toestand Eilish heel even denken aan een eindtijdprofeet, maar die zingt niet over het einde van de wereld in het algemeen, maar over die van Eilish. “Het einde van de wereld is altijd een plaatselijke gebeurtenis”, ziet ze in. “Het komt naar jouw land en bezoekt jouw dorp en klopt op de deur van jouw huis en wordt voor anderen slechts een verre waarschuwing, een kort bericht op het nieuws, een echo van gebeurtenissen die tot de overlevering zijn gaan behoren.”

In mijn ogen gaat het ‘Lied van de profeet’ daarmee over zoveel meer dan alleen onze ‘verwilderde’ tijden. Niet voor niets komt het regime dat in Ierland aan de macht is nauwelijks uit de verf, net zo min als de rebellen die terugvechten. Het is allemaal decor. Ik zie het politieke raamwerk veeleer als symbool voor de totale ineenstorting van een wereld waarin je altijd hebt geloofd. De wereld waarin je leefde en die je dacht te kennen. Natuurlijk kan dat een samenleving zijn die stap voor stap met jouw waarden breekt. Maar misschien is het wel net zo waar voor iemand die op een nacht wakker wordt met een ernstige aandoening, per ambulance wordt weggereden en die na een lange maar tevergeefse revalidatie belandt in het verpleeghuis. Ineens is alles anders.

Wat nu?

Hoe blijf je dan overeind als mens? Om met Psalm 121 te spreken: waar komt dan je hulp vandaan? Eilish klopt aan bij buren, maar die geven niet thuis. Van God of de kerk is geen sprake in het boek en ook de natuur brengt Eilish geen rust – die is al net zo duister als de machthebbers. En toch is er ook in het ‘Lied van de profeet’ sprake van een overkant, vanwaar totaal onverwacht hulp komt. Er is een zus in Toronto, Aine, die lijkt te figureren als een soort Deus ex Machina – een plotselinge plottwist. Zij biedt Eilish een kans op redding. Maar dan moet Eilish die kans wel grijpen. Dat blijkt nog niet zo eenvoudig.

Aine merkt ergens op: ‘De geschiedenis is een stille kroniek van mensen die niet wisten wanneer ze weg moesten gaan’. Ik vul aan: die niet wisten wanneer ze met hun klachten naar de dokter moesten, wanneer ze moesten verkassen naar een gelijkvloerse woning of wanneer ze moesten genieten van het leven in plaats van alleen maar hun agenda te vullen met verplichtingen. Eilish voelt zich vastzitten aan allerlei mensen en afspraken. Ze heeft een carrière, een gezin en ze hoopt op de terugkeer van haar man Larry en haar zoon Mark. Ze kan dat niet zomaar achter zich laten. En dat is heel voorstelbaar.

Dus als Aine vanuit Canada een ‘fixer’ stuurt om Eilish met hulp van mensensmokkelaars weg te krijgen uit Ierland, weigert ze. Maar als Bailey de dood vindt en haar huis aan puin is geschoten en Aine haar vader ook al heeft laten wegkomen, gaat Eilish toch. Met Ben en Molly. Ben is een baken van hoop, de verpersoonlijking van de nieuwe generatie die aan de oorlog misschien geen actieve herinneringen zal hebben. En Molly lijkt tijdens de vlucht boven zichzelf uit te stijgen. Het einde van het boek lijkt vervolgens in een sneltreinvaart naar een climax te voeren. Het gezin maakt met andere vluchtelingen een barre tocht naar zee. “De zee is leven”, zegt Eilish aan het slot van het boek, een prachtige verwijzing naar zowel chaos als nieuwe mogelijkheden.

Caspar David Friedrich, ‘Der Mönch am Meer (Google Art Project)

Overkant

Eilish leert gaandeweg om mee te bewegen op de golven van het leven. Niet van harte. Ze houdt zich de hele roman staande door vast te houden aan de dagelijkse routines die zich hebben bewezen in het verleden: ontbijten, kinderen naar school brengen, koken, voor haar vader zorgen, de koelkast gevuld houden. Ook blijft ze geloven in de wet, ondanks dat het regime daar geen boodschap aan heeft. En zo dobbert ze, van haar ankers geslagen, door de negen kringen van Dantes hel. En dan is daar dat open einde. Aine komt te hulp en Eilish grijpt, in tweede instantie, de reddingsboei. Ze gaat naar zee. En daar eindigt het. Of het verhaal goed of slecht afloopt is onzeker. Er is een overkant en er zijn mogelijkheden.

Zelden ben ik zo lang blijven nadenken over een boek. Je kunt het verhaal lezen als een politieke dystopie, als een inktzwarte waarschuwing tegen totalitaire regimes en alle ellende die ze aanrichten. Zo zal het boek ook zeker zijn bedoeld. Maar ik vind het bovenal een ode aan een vrouw en haar ijzeren wilskracht, die probeert staande te blijven terwijl haar wereld haar bij de handen afbreekt. We leven mee met haar dappere pogingen om alles waar ze in gelooft overeind te houden. We zien hoeveel moeite het kost om een uitgestoken hand te grijpen. En ook het open einde is aangrijpend. Want het is nog maar de vraag of het goed komt. Stappen Eilish en wat rest van haar gezin werkelijk in de boot die klaar ligt? Halen ze de overkant? Ik hoop het van ganser harte.

Aries van Meeteren